Spelling hs 4

Dit schema kun je volgen om erachter te komen of een samenstelling van woorden een tussenletter nodig heeft ja of nee. De vragen die ik stel in combinatie met de antwoorden zijn eigenlijk de regels van samenstellingen, zo komt er bij een bijvoeglijk naamwoord als linkerdeel van de samenstelling enkel een -e- als tussenletter. 

Bijvoorbeeld: 

zoet + kauw is zoetekauw

Zinnen met twee (of meer) persoonsvormen

 

De persoonsvormen in een zin kan je het makkelijkst vinden door de tijd te veranderen in een zin.

Je kan het ook op een andere manier proberen, maar die zijn vaak lastiger.

 

Vb:

             De bakker is net open en alle bakkers zijn heel druk bezig met broden bakken.

             -> De bakker was net open en alle bakkers waren druk bezig met broden bakken.