Onderwerp: Kinderrechten
Hoofddoel: Levensbeschouwelijke vaardigheden helpen ontwikkelen.
Leerdoelen: 1. Ik weet wat kinderrechten zijn.
2. Ik kan meedoen aan een discussie en ik kan mijn mening geven.
3. Ik weet wat de Verenigde Naties zijn.
4. Ik weet wat UNICEF doet.
5. Ik kan een poster ontwerpen en deze presenteren.
Groep: 6, 7 en 8. Groepjes van 3 à 4 leerlingen.
Opdrachten: 1. Wat weet je over kinderrechten? Maak een woordweb.
2. Recht op je eigen mening. Discussie aan de hand van een aantal instellingen.
3. De rechten van het kind werden omschreven door de Verenigde Naties. Wat zijn de Verenigde Naties?
4. Wat doet UNICEF. Wat is het Verdrag voor de Rechten van het Kind.
5. Ontwerpen en presenteren van de poster.
Vakgebied: Levensbeschouwing, burgerschap, taal en beeldende vorming.
Eindproduct: Ontwerpen van een poster over kinderrechten voor UNICEF en deze presenteren.
Levenbeschouwelijke ontwikkeling in de bovenbouw:
In deze fase gaan de kinderen meer abstract en logisch denken. Het rationele denken begint een grotere rol te spelen, maar ook emotionele zaken spelen nog een grote rol.
Kinderen zijn gevoelig voor de symbolische betekenis van verhalen.
Het perspectief nemen ontstaat: het kunnen verplaatsen in de visie van een ander om zichzelf vervolgens te bekijken vanuit dat perspectief.
Kenmerkend is dat kinderen nu voor het eerst komen tot een min of meer samenhangende levensbeschouwing, waarbij ze gedragingen en symbolen grotendeels overnemen van hun omgeving.
Verantwoording:
Het hoofddoel van deze webquest is de levensbeschouwelijke vaardigheden bij kinderen helpen ontwikkelen. In deze webquest zal aan de volgende basisvaardigheden worden gewerkt:
Aspecten: |
Ontwikkeling levensbeschouwelijke basisvaardigheden: |
Ervaring |
Waarnemen |
Opvattingen |
Redeneren |
Beelden |
Verbeelden Redeneren |
Rituelen |
Verbeelden Communiceren |
Sociale verbanden |
Communiceren Verbondenheid beleven |
Moraal |
Waarnemen Redeneren |