Als iemand iets zegt, en je bent het er niet mee eens, dan kun je argumenten tegen het standpunt inbrengen en/of weerlegging van de argumenten geven.
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument.
Voorbeeld
Er moet op school meer aandacht besteed worden aan vaderlandse geschiedenis (= standpunt), want jongeren moeten leren trots te zijn op ons verleden (= argument).
Vanaf 0.58 gaat het over tegenargument en weerlegging.