Als iemand zijn standpunt en argument(en) geeft, vraag je dan af of de argumentatie klopt. Als dat niet zo is, dan is er sprake een drogreden. Dit kan bedoeld of onbedoeld voorkomen. Het (her)kennen van drogredenen heeft als voordelen dat je zelf minder fouten in je argumentatie maakt en dat je eerder de zwakke punten in de argumentatie van een ander ziet.
Je moet 12 soorten drogredenen kunnen (her)kennen. Deze zijn onderverdeeld in twee groepen:
Eerst wordt alle theorie uitgelegd. Helemaal onderaan de pagina vind je nog twee filmpjes met uitleg.
1. Onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
Er zijn drie varianten van deze drogreden (ook wel: onjuist beroep op causaliteit). Bij de eerste variant is de in het argument genoemde oorzaak niet voldoende om tot het voorspelde gevolg te leiden. Voorbeeld:
Een andere variant van deze drogreden is dat het genoemde gevolg andere oorzaken kan hebben dan de oorzaak die genoemd wordt. Voorbeeld:
Het beroep op een oorzaak-gevolgschema is ook onjuist als er tussen twee zaken die gelijktijdig of kort na elkaar gebeuren, een oorzaak-gevolgrelatie wordt gelegd, terwijl die relatie er niet is. Voorbeeld:
2. Onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
Als aan een bepaald kenmerk veel betekenis wordt toegekend terwijl diverse andere relevante kenmerken worden genegeerd, is er sprake van een onjuist gebruik van het kenmerk- of eigenschapsschema. Voorbeeld:
3. Onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen
Als de gevolgen van een handeling heel erg worden overdreven, is dat een onjuist beroep op het voordelenschema (of het nadelenschema). Voorbeeld:
4. Onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma
Als er een situatie zo wordt voorgesteld dat er maar twee – elkaar uitsluitende – mogelijkheden zijn, terwijl er veel meer mogelijkheden zijn, heet dat een vals dilemma. Voorbeeld:
5. Onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
Bij een overhaaste generalisatie wordt er op basis van één of enkele gevallen een conclusie getrokken voor een heel grote groep of zelfs voor alle gevallen. Die conclusie is op zijn minst voorbarig. Voorbeeld:
6. Onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
Bij deze drogreden worden twee dingen met elkaar vergeleken en van die vergelijking kun je je afvragen of die wel terecht is. Voorbeeld:
7. Onjuist beroep op het autoriteitsschema
Zich beroepen op een autoriteit kan een standpunt ondersteunen. Soms is een autoriteit echter onbetrouwbaar, omdat hij belangen bij de zaak heeft, of omdat hij geen autoriteit op het betreffende gebied is. Voorbeeld:
De tweede groep drogredenen wordt gevormd door die gevallen waarbij iemand zich niet houdt aan discussieregels. Deze drogredenen worden hoor je het vaakst in discussies en debatten, maar ze kunnen ook in geschreven teksten voorkomen.
8. Persoonlijke aanval
Van een persoonlijke aanval is sprake wanneer iemand niet ingaat op de argumenten van zijn tegenstander, maar in plaats daarvan de tegenstander beschuldigt van onkunde, onbetrouwbaarheid of andere slechte eigenschappen. Er wordt op de man gespeeld: de persoon wordt aangevallen, niet zijn standpunt. De tegenstander wordt als gesprekspartner dus niet serieus genomen. Voorbeeld:
9. Ontduiken van de bewijslast
Bij deze drogreden beweert iemand iets om vervolgens van de andere partij ‘bewijs voor het tegendeel’ te vragen. Ook als iemand in een discussie of debat geen argumenten voor zijn standpunt wil geven, heet dat ontduiken van de bewijslast. Voorbeeld:
10 Cirkelredenering
Bij een cirkelredenering wordt het standpunt ondersteund door het herhalen van datzelfde standpunt, maar dan anders geformuleerd. Voorbeeld:
NB Als iemand geen andere argumenten noemt, maakt hij zich behalve aan een cirkelredenering ook nog schuldig aan het ontduiken van de bewijslast.
11. Vertekenen van het standpunt
Bij het vertekenen van het standpunt wordt het standpunt of een argument van de tegenstander onjuist weergegeven. De tegenstander wordt dan een standpunt of argument in de mond gelegd dat hij niet heeft ingenomen. Dat is dan meestal een uitspraak die niet zo makkelijk te verdedigen is. Voorbeeld:
12. Bespelen van het publiek
Als een spreker een beroep doet op de emoties van het publiek om het te winnen voor zijn standpunt, heet dat bespelen van het publiek. Soms formuleert iemand zijn standpunt zó dat het moeilijker wordt om ertegen in te gaan. Op deze manier probeert iemand een afwijkende mening te voorkomen. Voorbeeld:
Vanaf 3.08 gaat het over drogredenen