Paragraaf 4.3

Armoede, hongersnood en meer belastingen

Lodewijk de zestiende werd koning van Frankrijk in 1744. In deze tijd was Groot-Brittannië de grote vijand van Frankrijk. Dit was de redenen dat Frankrijk de Britten bevocht tijdens de Franse en Indiaanse Oorlog (1754-1763) en steun had geboden aan de Amerikaanse revolutionairen. Voor deze steun leende Lodewijk XVI veel geld, waarvan hij uiteindelijk de rente niet meer terug kon betalen. De koning besloot de Derde stand nog meer belasting op te leggen, terwijl oogsten al werd afgenomen door zware winters en droge zomers. Echter, het grootste deel van de bevolking was straatarm en er kwamen steeds meer spanningen tussen de Derde stand en de andere twee standen. Om deze betalingen toch rond te krijgen, riep de koning de Staten-Generaal bijeen. Hierin werden de Drie standen (geestelijkheid, adel en volk) van Frankrijk vertegenwoordigd. Hierin had elke stand 300 vertegenwoordigers (900 man in totaal).

 

De Nationale Vergadering

De Derde stand was het niet eens met de verdeling van afgevaardigden, aangezien zij zo’n groot percentage van de Franse bevolking omvatte en vroegen om 600 afgevaardigden voor de Derde stand. Dit maakte echter niet uit, aangezien elke stand één stem mocht uitbrengen, waardoor de Eerste en Tweede stand, die privileges kenden, elkaar altijd steunden. Hierdoor werd de uitslag altijd 2-1. De Derde stand eiste een hoofdelijke stemming (per persoon stemmen) om een meerderheid te krijgen, via aanhangers binnen de Eerste stand en Tweede stand. Lodewijk XVI weigerde dit, waardoor de Derde stand de Nationale Vergadering uitriep. Alleen de Nationale Vergadering  zou het volk vertegenwoordigen. Later volgden de lagere geestelijkheid van de Eerste stand en zelfs de adel tot deze nationale vergadering, waardoor de oude standenvergadering verdween. Het volk had nu de meerderheid.

De Eed op de kaatsbaan

Op 20 juni, 1789, kwamen de drie standen samen op de kaatsbaan, waar zij niet uit elkaar zouden gaan voordat er een grondwet gepresenteerd kon worden; De Verklaring van de rechten van de mens. Dit verlichte grondwet zou burgerrechten beschermen en de macht van de koning inperken.

 

Quatorze juillet/veertien juli.

De woede van de bevolking kwam op 14 juli, 1789, tot uitbarsting. Uit angst voor de koninklijke legers die Parijs omcirkeld hadden, richtten de revolutionairen de nationale garde op (gewapende burgers). In Parijs werd de Bastille, een gewapende gevangenis en wapenopslag, bestormd. Deze dag markeert het begin van de Franse Revolutie. Toen de Derde stand gewapend was, werden edelen en geestelijken vermoord. Kastelen en kloosters werden geplunderd en zelfs in brand gestoken. Dit geweld werd door het volk goedgekeurd, aangezien het voor een goed doel was. Uit dit idee zou uiteindelijk ook de terreur leidde; Tijdens deze periode werd de koning afgezet en werden vele edelen, geestelijken en zelfs burgers gedood.

 

Hervormingen en oorlog

Politieke hervormingen vonden plaats via de Nationale Vergadering. Zo werd Frankrijk een constitutionele monarchie (een koninkrijk met een grondwet waar het staatshoofd zich aan moet houden). Ook werden de standenverschillen en hun privileges afgeschaft. Tot slot werd Frankrijk een democratie, waarin alleen rijke mannen mochten stemmen. “vrijheid, gelijkheid en broederschap” werd een bekende uitspraak uit die tijd en later motto van Frankrijk.

Al deze hervormingen hadden echter de aandacht van buitenlandse machthebbers aangetrokken. Hierdoor begon de Eerste Coalitieoorlog (1792-1797), waarin revolutionair Frankrijk werd aangevallen door onder andere: Groot-Brittannië,  Oostenrijk, Pruisen en zelfs de Republiek van Nederland. Deze grootmachten wilden de absolute monarchie herstellen in Frankrijk. Deze oorlog leidde wederom tot moordaanslagen op geestelijken en edelen, beschuldigd van landverraad. Lodewijk XVI vluchtte, maar werd bij de grens gearresteerd en zou dit met zijn leven betalen. In het parlement groeide het aantal radicale leden, dat grote veranderingen wilde. Alle mannen mochten nu stemmen in Frankrijk. In 1792 werd de Franse Republiek uitgeroepen. De radicale Robespierre kwam aan de macht en vermoordde duizenden die als vijand van de revolutie werden gezien. Deze executies werden via guillotine gedaan, aangezien dat het ‘humaanst’ zou zijn.

 

 

Napoleon's staatsgreep

Tijdens de Coalitieoorlogen werden burgers gedwongen te vechten voor het Franse leger, dankzij de ingevoerde dienstplicht. Echter, door de gewelddadigheid tegen de geestelijkheid, werd de revolutie onpopulair bij de christenen. Hierdoor kwamen opstanden op in de Franse Republiek. Een toen nog onbekende legeraanvoerder, genaamd Napoleon Bonaparte, sloeg meerdere opstanden neer. In 1794 kreeg Frankrijk een gematigde regering. De oorlog ging succesvoller dan gepland en de hongersnood was grotendeels opgelost. Ook was de radicale Robespierre geëxecuteerd, waardoor de hoeveelheid executies afnam.

Napoleon was door zijn succesvolle veldslagen in Italië erin geslaagd Oostenrijk zich over te laten geven. Dit maakte Napoleon ontzettend populair bij de Fransen. Hij keerde terug naar Frankrijk, pleegde een staatsgreep en beëindigde de Franse Revolutie. Onder hem kwam een nieuwe grondwet, waarin hij dictator werd. Om het volk niet tot opstand te zetten, liet hij het volk stemmen via een referendum. Bijna iedereen stemde voor Napoleon. Hierna schafte hij de republiek in 1804 af en kroonde zichzelf tot keizer.

Napoleon voerde ook nieuwe verlichte wetten in, zoals het burgerlijk recht, die de verhouding tussen volk en staat liet zien. Ook kwam er een scheiding van kerk en staat, waardoor de overheid en kerk zich niet meer met elkaar bemoeiden. Dit alles kwam samen in de code civil (Napoleons wetboek).

 

De Franse veroveringen

Via de ingevoerde dienstplicht groeide het Franse leger enorm. Napoleon begon zijn rijk te vergroten. Elke gebied dat hij veroverde, werd een democratische republiek, waarin de standenverschillen werden afgeschaft. Zelfs Nederland werd veroverd, waardoor ook Nederlandse mannen in het Franse leger moesten dienen.

 

Het einde van Napoleon

Napoleon maakte in 1812 de fout om het machtige tsarenrijk Rusland te willen veroveren. Napoleon stond uiteindelijk is Moskou, dat was leeggehaald en in brand was gestoken door de Russische bevolking. De terugreis van Napoleon was een hel door de kou, honger en aanvallende Russen.

Tijdens de Zesde Coalitieoorlog (1813-1814) werd Napoleon verslagen. Vooral de slag bij Leipzig (Duitsland,1813) werd de keizer fataal. Hij moest afstand doen van de Franse troon en werd verbannen naar Elba. Later keerde Napoleon terug, maar werd wederom verslagen in 1815 bij Waterloo, België.

 

 

 

 

Het huiswerk: vragen over paragraaf 4.3

  1. Waarom riep Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar? Gebruik in je antwoord de woorden: armoede, standen en belasting.
  2. Waarom eiste de Derde stand dat zij 600 vertegenwoordigers mochten hebben en dat er hoofdelijk gestemd werd?
  3. Welk moment wordt gezien als de start van de Franse Revolutie?
  4. Benoem de drie politieke veranderingen van de Nationale Vergadering?
  5. Waarom begonnen omliggende landen de Coalitieoorlogen tegen het revolutionaire Frankrijk?
  6. Waardoor was Napoleon zo populair geworden en hoe werd hij vervolgens dictator van Frankrijk?
  7. Wat was de Code Civil en wat stond daarin?