Project B: Speaking

Project B Speaking: Role play

You are going to role play a discussion between people who have different opinions about dance.

Read the roles.

- Role A: Ballet expert
You think ballet is the greatest art form in human history. Tell the others three reasons why.
You think everyone should see a few ballets every year.
You think it will make everyone more intelligent. You also think everyone should take ballet lessons in elementary school.

 

- Role B: Hip-hop dancer
You think ballet is only for rich people. You think hip-hop is the best form of dance in human history.
Tell the others three reasons why. You think everyone should take hip-hop lessons in elementary school.
It's a great form of exercise and today's kids love it.

 

- Role C: Ballet dancer
You think ballet is the greatest art form in human history. Tell the others three reasons why.
You hate hip-hop. Tell the others three reasons why. BUT… ballet is vey tough.
You have to practice for many hours a day. It's also painful. Parents usually make their children do ballet.

 

- Role D: Folk dance teacher
You think everyone should learn the folk dances of their country. Tell the others three reasons why. You think ballet doesn't teach children much and is for rich kids. Hip-hop is just noise and will not be popular in 20 years.
Folk dances are an important part of a country's culture.

Evaluation

Hoe vond jij deze opdracht gaan?
Geef bij elk onderdeel aan hoe jij vond dat het ging.

  Goed Voldoende Onvoldoende

 

De juiste woorden kennen en gebruiken

Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om de gekozen rol te spelen.

Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om de rol te spelen.

Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om de rol te spelen.

 

Grammatica –   zinnen maken

Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband.

 

Duidelijk - vloeiend  spreken

Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door.

Ik praat redelijk vlot door,  met af en toe een aarzeling.

Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie.

 

Uitspraak

De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt met wat moeite verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot.

 

Overbrengen van de boodschap

Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel.

Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel.

Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel.