Leeruitkomst oriëntatie op mijn pedagogisch handelen
Waar sta ik
Bij de start van de studie had ik al een tijdje meegelopen op mijn stageplek in het vmbo. Door veel mee te kijken, een paar keer een lesdeel te geven en vragen van leerlingen te beantwoorden heb ik al een stukje van het leraarschap kunnen vervullen. Met gezonde spanning en veel plezier heb ik ervaren dat dit is wat ik graag wil doen: leerlingen meenemen in het leuke vak Engels en begeleiden in hun ontwikkeling naar een zelfstandig mens, uniek karakter met normen en waarden.
Ervaringen tijdens stage
In mijn les aan de tweedejaars leerlingen vmbo-tl heb ik het leesgedeelte van het hoofdstuk uit de methode behandeld. Mijn begeleider heeft mij geobserveerd en het lesobservatieformulier ingevuld (bijlage 1). Eerst heb ik de leerlingen de tekst zelf laten lezen en aangegeven welke opdrachten ze hierbij moesten maken. Mijn duidelijke uitleg had als effect dat ze hiermee rustig aan de slag gingen. Niet alle leerlingen hebben de uitleg verstaan of begrepen en dit heb ik niet opgemerkt. Het gedragsaspect dat voortvloeit uit het koppelen van autonomie met didactiek: met leerlingen plannen wat zij gaan doen (Geerts en Kralingen, 2017 en/of Onstenk, 2011) zal ik in het vervolg meer aandacht geven. Als ze weten wat de bedoeling is en wat de uitkomst is die ik graag van ze wil. In dit geval de tekst gelezen hebben en de opdrachten gemaakt, dan kunnen ze zelf bepalen of ze bijvoorbeeld eerst de tekst gaan lezen of eerst de opdracht leest om deze direct te kunnen gaan beantwoorden.
In deze les werd er ook een beroep gedaan op de gedragsindicator ‘de leraar a) signaleert probleemgedrag snel en b) corrigeert ongewenst gedrag met behulp van de correctieladder’ (Slooter, 2018). Deze gedraging helpt bij het creëren van een veilig leerklimaat. Er zijn regels en ik vind het belangrijk om de leerling erop te wijzen dat deze nageleefd worden en de grens aan te geven omdat het gedrag de les verstoort en andere leerlingen daar ook last van hebben. De leerling die steeds praatte en niet zoals gevraagd zijn boek erbij pakte, maar wel van het bord zou lezen en dit vervolgens amper doet heb ik eerst genegeerd en ben doorgegaan met de les. Nadat hij weer praatte heb ik hem aangesproken door zijn naam te noemen en te verzoeken om stil aan de slag te gaan met de opdracht. Ook tijdens het samen lezen van de tekst, waar hij doorheen praatte, heb ik hem de beurt gegeven, zodat hij voor dat moment de andere leerlingen niet kon storen. Helaas werd de tekst met een rare stem voorgelezen en had mijn interventie niet het gewenste effect.
(bij bovenstaande reflectie hoort bewijsstuk 1: Lesobservatie stagebegeleider van mijn les aan 2T)
Op 6 mei 2019 heb ik tijdens de les het vertalen van woordjes van Engels naar Nederlands en andersom door de leerlingen laten oefenen. Ze deden dit in kleine groepjes van 5 à 6 leerlingen en in drie rondes: eerst alle woordjes voorlezen in het Engels en het Nederlands, daarna het Nederlandse woord noemen en dan moesten de andere leerlingen de Engelse vertaling geven en daarna ging één leerling een tekening maken van het woord en moesten de andere leerlingen raden wat het was en dit in het Engels noemen.
Ik vond het qua concentratie beter gaan in deze kleinere groepjes, dan wanneer je dit met de hele klas tegelijk doet. Er was af en toe we wat rumoer en hier kon ik dan met een zachte stem op ingrijpen, waardoor niet de hele rust in de klas verstoord werd. Ik gaf dan aan welk gedrag ik zag, dat ik vond dat dat niet zo’n goed effect op het leren had en hoe ik het wel graag zag. Op deze manier kon iedereen de stof goed opnemen. Waar goed gewerkt werd kon ik de leerlingen ook tijdens het rondlopen door het lokaal een complimentje hiervoor geven. Deze werkvorm legde de verantwoordelijkheid bij de leerlingen neer qua hoe goed ze met de stof aan de slag gingen. Ik gaf ze het vertrouwen dat ze dit kunnen door de uitleg kort en duidelijk te geven en ze daarna zelf aan de slag te laten gaan. De leerlingen wilden deze woorden ook wel leren omdat er de week daarna een toets was waar deze woorden ook in voor kwamen.
Ontwikkelpunten
Voor een volgende stage neem ik mee dat ik me iets minder inhoudelijk wil voorbereiden, maar meer wil nadenken over wat er kan gebeuren in de klas en hoe ik daar op wil reageren. Natuurlijk kom ik dan ook weer voor het blok te staan, maar ik hoop door hier vooraf over na te denken dat ik mijn grenzen duidelijker kan aangeven en beter met dit soort gedragingen van de leerlingen kan omgaan.
Pedagogische functie van de school
Scholen hebben een erg belangrijke pedagogische functie voor de leerlingen, maar we kunnen het niet alleen. Ouders hebben een erg grote invloed en kunnen deze op positieve of negatieve manier aanwenden en daar hebben we op school mee om te gaan. Ik kan hier zelf aan bijdragen door een voorbeeld te zijn voor de leerlingen. Daarbij vind ik ook dat ik niet iets van hun kan verwachten als ik dat zelf niet doe. Ik vind dat je gemaakte afspraken nakomt en moet dat dan ook laten zien. Als mij dat niet lukt dan horen de kinderen van mij waarom niet en hoe ik het ga oplossen.