Rivierkleilandschap

De gekleurde vlakken op dit kaartje geven aan waar rivierklei zich bevindt in Nederland

Hier zie je een dwarsdoorsnede van een riviergebied

Nederland ligt aan de voet van allerlei rivieren die vanuit Europa naar de zee stromen. Nederland wordt daarom ook wel eens gekscherend het afvoerputje van Europa genoemd. De aanwezigheid van rivieren is goed zichtbaar in het midden van het land. Door al deze rivieren die door Nederland stromen heet Nederland ook wel een rivierdelta. En een landschap met rivieren heeft zeer kenmerkende eigenschappen.

Rivierkleigebied

Rivierkleigebied kun je in principe opdelen in twee specifieke delen: de hoger gelegen delen en de lager gelegen delen. Over beiden delen gaan we in deze les lezen, en ook welke eigenschappen bij dit landschap horen.

Hoge delen in het rivierkleigebied

Langs de rivier vind je de hoger gelegen oeverwallen. Deze oeverwallen ontstaan door het overstromen van de rivier. Als er veel water door de rivier heen stroomt, treedt de rivier buiten zijn oevers. Hierbij wordt zand en klei afgezet langs de randen, waardoor er een soort verhoging om de rivier heen ontstaat.
Deze combinatie van zand en klei is zeer vruchtbaar. De rivierklei bevat allerlei goede mineralen en kan goed water vasthouden, en het zand zorgt ervoor dat plantenwortels zich goed een weg door de bodem kunnen banen. Ook is zand erg waterdoorlatend, waardoor het overtollige water goed weg kan lopen. Deze combinatie van klei en zand noem je zavel.
Op de oeverwallen zie je dus ontzettend veel landbouw en vooral ook veel fruitteelt. Fruitbomen houden namelijk niet van natte voeten, en daarom vind je veel boomgaarden op de oeverwallen naast de rivier.
Verschillende oeverwallen aan elkaar noem je stroomruggen. Stroomruggen worden al sinds jaar en dag bewoond, omdat dit de hoogste plekken zijn en je daar dus het veiligst woont in geval van overstroming. De oudste nederzettingen van Nederland zijn daarom ook te vinden op stroomruggen in het rivierengebied. In de lager gelegen delen hield men dan het vee.

Lage delen in het rivierkleigebied

Hoe verder het water stroomt, hoe langzamer het stroomt en uiteindelijk gaat het stil staan. In dit stilstaande water kunnen de allerfijnste kleideeltjes naar de bodem zakken. Deze lagergelegen delen noem je de kommen en deze kommen zijn heel kleiig en compact. Het is ontzettend drassig in deze gebieden en de klei is zo dik dat planten hier bijna niet kunnen groeien. Deze gebieden worden dus alleen gebruikt voor veeteelt. Soms zijn de gebieden zo nat dat zelfs veeteelt niet mogelijk is. In deze gevallen worden de kommen gebruikt als hooivelden.
Deze klei is heel slecht waterdoorlatend, het water loopt dus niet goed weg in de bodem.