Mensen en varkens zijn voorbeelden van omnivoren.
Het gebit van omnivoren is niet geschikt om prooien mee te grijpen en vast te houden. De mens moet niet hun prooi jagen. En ook niet om urenlang gras te kauwen. Wel kun je met dit gebit goed fruit en graan eten of kleine stukken vlees fijnmalen.
Omnivoren zoals de mens hebben snijtanden, hoektanden en kiezen. De hoektanden bij de mens zijn wat kleiner in vergelijking met carnivoren. De snijtanden gebruiken we om voedsel ergens vanaf te bijten. Bijvoorbeeld wanneer je een stukje appel afbijt. Daarnaast zijn knobbelkiezen van belang. De functie van knobbelkiezen is om het voedsel goed te kauwen.
Bekijk het filmpje hieronder over het gebit van verschillende eters.