Word order

Uitleg woordvolgorde:

(Neem de tijd om dit in alle rust goed door te nemen. Wanneer je de informatie tot je neemt en het gaat begrijpen, gaat het ook makkelijker worden om zinnen te maken. Doe het niet te snel.)

De woordvolgorde in Engelse zinnen is meestal als volgt:

Wie

Doet

Wat / Wie

Waar

Wanneer

Onderwerp

Gezegde / Werkwoorden

Lijdend  / Meewerkend voorwerp

Plaatsbepaling

Tijdsbepaling

Billy

went

To his friend

Next door

Five minutes ago

I

drink

A glass of soda

At school

Every day

Bepalingen (van tijd en plaats) staan meestal achteraan maar kunnen ook vooraan staan (dit doe je dan om daar de nadruk op te leggen).
Five minutes ago              Billy                 went                         to his friend

De vaste regel is: Plaats staat altijd vóór tijd!

Vragen
Bij vragen begin je niet met het onderwerp maar met een vragend voornaamwoord en/of een (hulp)werkwoord. Daarna pas het onderwerp:
Are you a fool?
Can he speak Spanish?

 

Bron:

http://www.iedereenkanengels.nl/grammar/woordvolgorde.html

 

Extra uitleg:

https://www.youtube.com/watch?v=ZpzG6JI7-XM&feature=emb_title

 

Zet de woorden in deze opdracht in de juiste volgorde.

https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences2.htm

 

Op deze website staat uitleg en opdrachten.

http://www.bastrimbos.com/grammar/place_and_time.htm

 

Extra opdracht