Variatie in genotypen

Gelijke en ongelijke genenparen

De haarvorm is een erfelijke eigenschap en die eigenschap ligt op een genenpaar dat in elke lichaamscel voorkomt. Want zoals je geleerd hebt je krijgt een chromosoom van je moeder en een chromosoom van je vader met op de genen dezelfde erfelijke informatie.

De haarvorm is niet bij iedereen gelijk de een heeft krullen en de ander steil haar, de informatie hiervoor ligt dus op de genen.

Het genenpaar kan uit twee dezelfde genen bestaan je hebt dus bijvoorbeeld twee genen voor krullend haar.

Maar een genenpaar kan ook uit twee ongelijke genen bestaan dan heb je het gen voor steil haar en het gen voor krullend haar. Het is alleen zo dat er maar één gen aanstaat of tot expressie komt.

Gelijke genen noemen we homozygoot, homo = gelijk.

Ongelijke genen noemen we heterozygoot, hetero = ongelijk.

 

Hoe ontstaat de variatie in genotypen

Bij de vorming van de geslachtscellen komt van ieder chromosomen paar er maar één in de geslachtscel terecht. Hierdoor heeft iedere geslachtscel zijn eigen genotype en als 2 geslachtscellen samensmelten dan ontstaat er een organisme met een geheel nieuw genotype.

Kijk maar naar de onderstaande tekening: een lichaamscel van een vrouw bevat hier 3 ongelijke genenparen en steeds komt er van een gen maar 1 in een eicel terecht. Er ontstaat dus variatie. En wij mensen hebben duizenden verschillende genen in één celkern liggen. Dit geldt ook voor de zaadcel van de man.

Dus als een eicel en zaadcel samensmelten ontstaat er weer een unieke combinatie aan genen.