Vooraf

Waarom deze module?

Een tekst is opgebouwd uit alinea's. Die alinea's zijn weer opgebouwd uit zinnen. Bepaalde zinnen of alinea's kunnen een relatie met elkaar hebben. Zo'n relatie noemen we een tekstverband. Een tekstverband zorgt voor samenhang in een tekst. Zo begrijp je sneller waar een tekst over gaat.

Hoe weet je nou met welk tekstverband je te maken hebt? Dan moet op zoek gaan naar een signaalwoord. Een signaalwoord is een woord waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea's of zinnen.

Deze module is gemaakt om je kennis te laten maken met tekstverbanden en signaalwoorden.

Wat leer je?

Na bestudering van deze module heb je kennis gemaakt met drie tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden. Door deze tekstverbanden en signaalwoorden regelmatig te herhalen zul je sneller tekstverbanden herkennen in een tekst.

Wat kom je tegen in de module?

Aan de hand van een duidelijk stappenplan maak je kennis met tekstverbanden en signaalwoorden. De drie tekstverbanden die in deze module aan bod komen zijn: chronologisch verband, opsommend verband en tegenstellend verband. In de laatste stap maak je de verplichte eindopdracht om te zien hoe goed je jouw opgedane kennis kunt toepassen.

Hoe ga je dit doen?

Je gaat zelfstandig met de module aan het werk, in je eigen tempo. Ik raad je aan eerst de herhalingsoefeningen onder 'Wat weet je al' te maken voordat je aan stap 1 begint. Snap je de leerstof in een van de stappen niet of twijfel je of je de stof wel helemaal begrijpt, maak dan de oefeningen nog een keer of bestudeer de theorie nog eens.

Veel plezier met deze module!