In de 3 vragen waar het hier om gaat staan de STOFEIGENSCHAPPEN van stoffen centraal.
LET OP:
► |
Bedenk een (of meer) manier(en) om de dichtheid van een
|
![]() |
► | ![]() |
Bepaal op basis van oplosbaarheid welke van onderstaande drie stoffen jij nu hebt gekregen;
|
► | Bedenk een manier om zout uit zanderig zeewater te scheiden | ![]() |