Uitleg de lidwoorden

De bepaalde lidwoorden: le, la, l' en les

Deze vertaal je met 'de' of met 'het'.  Je gebruikt het bepaalde lidwoord ook als je over dingen in het algemeen praat.

v.b. Le football est fantastique.

Na de volgende werkwoorden gebruik je altijd het bepaalde lidwoord: aimer, préférer, détester, adorer, supporter, haïr, OOK in de ontkenning!!!

v.b. J'aime le football.
v.b. Je n'aime pas le football.

Het onbepaalde lidwoord: un, une, des

un, une vertaal je met 'een'.
'des' vertaal je niet.

v.b. C'est une bonne idée. = Dat is een goed idee.
v.b. Elle veut acheter des vêtements. = Zij wil - kleren kopen.

LET OP: un, une, des veranderen in de/d' na een ontkenning.

v.b. Elle a une idée intéressante. - Elle n'a pas d'idée intéressante.

Het delend lidwoord: du, de la, de l', des

du: mannelijk EV
de la: vrouwelijk EV
de l': voor een klinker of stomme h.
des: MV

Je gebruikt het delend lidwoord als er in het Nederlands géén lidwoord voor staat.

v.b. Ernie eet - bananen. = Ernie mange des bananes.

LET OP: het delend liwoord (du, de la, de l', des) verandert in DE of D' ...

1. ... na een ontkenning.
v.b. Ernie mange des bananes. - Ernie ne mange pas de bananes.

2. ... na een woord van hoeveelheid. (un kilo, un litre, une bouteille, combien etc.)
v.b. Ernie mange un kilo de bananes.

3. ... als het bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord staat.
v.b. Ernie mange de bonnes bananes.