Samenvatting

Je hebt deze les geleerd over het bezittelijke voornaamwoord in het Duits.

Deze pas je toe als je een bezit wil aangeven van iets of iemand.

1) Je hebt eerst de Nederlandse vormen behandeld zodat je bij het vertalen van en naar het Duits dit goed kan toepassen.

2) Daarna hebben we de Duitse vormen bekeken. Er was helaas geen ezelsbruggetje, sommige vormen lijken wat op het Nederlands, zo kan je ze makkelijker onthouden/onderscheiden.

3) Tot slot heb je geleerd dat net als bij de (on)bepaalde lidwoorden, je moet aangeven of het woord vrouwelijk of meervoud is door een extra E toe te voegen.

 

Bekijk onderstaand schema nog een keer. Je gaat deze les afsluiten met een proef-toetsje. Omdat het de 1e les is dat we dit thema behandelen, mag je je tekstboek (blz 41) erbij gebruiken. Het gaat er tenslotte om dat je het goed leert toepassen! :-)

 

Let op: lees de instructies bij de proef-toets goed door! Je moet namelijk een 'bewijs van deelname' laten zien aan de docent, pas als dit gecheckt is, ben je klaar!