3. Krachten tekenen

Afbeelding 2: De spierkracht met vector

Een kracht doet dus iets met een voorwerp; het trekt, duwt, wrijft etc. Die kracht die uitgeoefend wordt op een voorwerp tekenen we met vectoren. Vectoren worden getekend als een pijl. Deze pijl toont aan:

- wat de grootte van de kracht is

- welke kant de kracht op werkt

- op welk punt van het voorwerp de kracht aangrijpt

Als je een kracht tekent, kies je eerst een krachtenschaal. Dat kan bijvoorbeeld zijn: 1 cm pijl staat gelijk aan 5 Newton. Als er een kracht van 15 Newton is, dan teken je een pijl van 3 cm.

In het pijltje hieronder wordt de spierkracht getekend. Dat betekent dat de pijl getekent wordt op het punt waar de spierkracht gebruikt wordt op de piano, in dit geval dus bij de handen. Als je ook zwaartekracht zou willen tekenen, dan zou je die in het midden van de piano (het zwaartepunt) beginnen en naar beneden laten wijzen.

Het zwaartepunt hang ook af van de vorm van het voorwerp waar je op tekent. Als je een voorwerp hebt met ongelijke kanten, dan moet je van elke punt waar op je het kan ophangen, een rechte lijn naar de andere kant van het voorwerp trekken. Als je dit voor elk punt hebt gedaan, krijg je een plek op het voorwerp waar alle lijnen elkaar kruizen. Dat is dan je zwaartepunt.

Als je een voorwerp in het "echte" leven wilt testen op het zwaartepunt, dan is dit het punt waarop het perfect in evenwicht is.