Verwerking 2

Verwerkingsopdrachten Onderdeel B spieren

1. Als je je arm buigt dan:

A trekt alleen de biceps zich samen

B trekt alleen de pees zich samen

C trekt zowel de biceps als de pees zich samen

 

2. Kies het juiste antwoord. Als een spier zich ontspant, wordt hij korter/ langer en dikker / dunner.

 

3. Leg uit, uit welke eiwitten spieren bestaan en wat er gebeurt wanneer je veel traint.

 

4. Leg uit wat een antagonistisch paar is.

 

5. Waarom heb je voor elke beweging een antagonistisch paar nodig?

 

6. Je knie kun je bewust bewegen maar je hartspier niet.

a. Noem nog drie spieren die je niet bewust beweegt.

b. Spieren die je niet bewust beweegt, zijn orgaanspieren/skelet spieren

c. Orgaanspieren zijn opgebouwd uit glad spierweefsel/hartspierweefsel/dwarsgestreept spierweefsel