VERBINDINGEN
Je botten kunnen op verschillende manieren aan elkaar vast zitten. Sommige delen zijn aan elkaar vergroeid, denk maar aan de fontanellen die je als baby had. Nu is je schedel een groot aan elkaar gegroeid bot.
Je ribben zitten aan je borstbeen vast door middel van kraakbeen. Dat kraakbeen zorgt ervoor dat je ribben niet te strak om je longen en andere organen zitten. Ook zit er kraakbeen tussen je rugwervels in je wervelkolom. Die maken het mogelijk voor jou om je bovenlichaam van rechts naar links te bewegen. Als er geen kraakbeen tussen zou zitten, zou je bovenlichaam constant dezelfde houding hebben.
Als laatste hebben we gewrichten. Gewrichten bestaan meestal uit 2 botten. Bij een gewricht is het ene bot de gewrichtskogel en de ander de gewrichtskom. De kogel past als het goed is in de kom en kan daardoor bewegen. De botten worden beschermd door een laagje kraakbeen en zijn omringt gewrichtskapsel. Dat kapsel is een stevig vlies, dat ook gewrichtssmeer afgeeft. Dat gewrichtssmeer werkt als een soort olie om de botten beter te laten rollen en bewegen.
TYPEN GEWRICHTEN
Het kogel gewricht
Bij het kogel gewricht zit er een afgerond bot in een kom. Dit type gewricht zorgt ervoor dat je je lichaamsdeel bijna alle kanten op kan bewegen. De reden dat we geen lichaamsdelen hebben die 100% alle kanten op kunnen draaien, is dat er spieren om heen zitten die sommige bewegingen tegen houden.
Het rolgewricht
Het rolgewricht is een gewricht waarbij 2 botten over elkaar heen schuiven/rollen. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld je hand om te draaien.
Het scharniergewricht
Als laatste hebben we scharniergewrichten. Deze werken zoals een scharnier van een deur, die het mogelijk maakt om open en dicht te gaan. Deze beweging hebben we bijvoorbeeld in onze vingers, maar ook in onze knieƫn.