1. De invloed van kracht

Bij alles wat er gebeurd op de wereld en daarbuiten, komen krachten te pas. We zijn ons er heel vaak niet bewust van, omdat we vanaf het moment dat we bestaan al blootgesteld worden aan die krachten. We lopen elke dag rond op aarde, waarbij zwaartekracht ons tegen de grond aantrekt. Bij elke stap die je zet, gebruik je spierkracht om jezelf af te zetten tegen de grond. De laatste tijd hebben we in Nederland stormen met een eigen naam. Als je tijdens zo'n storm naar buiten gaat, dan voel je de windkracht en wordt het lopen je moeilijk gemaakt.  

Het effect van kracht zien we op twee manieren terug:

- Kracht kan voorwerpen laten bewegen

- Kracht kan voorwerpen van vorm laten veranderen

Bij het veranderen van vorm komen er ook weer 2 varianten aan te pas. Een elastische vervorming betekent dat de vorm weer terug "sprint" naar zijn originele vorm als de kracht wordt weggehaald. Bijvoorbeeld bij een stressbal of een spons. Een plastische vervorming betekent dat de nieuwe vorm permanent is. Bijvoorbeeld een gekreukeld blad of een gebroken tak.

Er zijn ook krachten die ons "tegenwerken". Dit zijn luchtwrijving en rolwrijving. Als je rent wordt je voor een deel ook tegengehouden door de deeltjes in de lucht. Daarom dragen sporters vaak hele strakke kleding, gebruiken wielrenners hele dunne fietsen en zijn helmen zo glad en klein mogelijk gemaakt. Op die manier "glijden" de luchtdeeltjes makkelijker langs ze heen en wordt de wrijving minder.

Voorbeeld:

Je wilt weten hoeveel zwaartekracht (Fz) er op Rachel wordt uitgeoefend. Je weet dat Rachel 48 kilo weegt en dat de sterkte van zwaartekracht op aarde áltijd 9,8 N/kg is.

Fz = m x g

m = 48 kg

g = 9,8 N/kg

m x g = 48 x 9,8 = 470,4

Fz wordt gemeten in N, dus de aarde trekt met 470,4 Newton aan Rachel.