Vetten
Vetten worden ook wel lipiden genoemd. Het is een hydrofobe stof, dat betekent dat het niet zomaar kan mengen of oplossen in water. Daarom maakt je lichaam speciale vetcellen aan, om het vet in op te slaan. Je lichaam slaat vet op om verschillende redenen:
- Vet isoleert, je lichaam blijft warmer als je een vetlaagje hebt en vroeger was dat heel belangrijk tijdens de winter.
- Vet kan, in tijden van nood, omgezet worden in brandstof.
- Je lichaam gebruikt bepaalde lipiden om je celmembraan mee te bouwen.
Je hebt dus vet nodig in je dieet. Echter moet je er niet teveel van eten, net als bij koolhydraten, omdat je lichaam het allemaal probeert op te slaan. Je lichaam is een ster in vetcellen maken, maar niet in vetcellen afbreken. Als je dus al meer vetcellen bent gaan maken, omdat je te veel vet en koolhydraten binnen krijgt, dan blijven die daar voor een hele lange tijd. Daarom is afvallen zo lastig!!
Er is een geheugensteuntje voor welke vetten je wel en niet kan eten:
Verzadigd = Verkeerd (zit in boter, koekjes, kokosolie, slagroom, volle yoghurt, rood vlees). Verzadigd vet kan heel goed worden opgeslagen in je lichaam. Het kan echter niet goed gebruikt worden voor je cellen en energie.
Onverzadigd = Oke (zit in avocado, olijfolie, noten, zalm, sojabonen, zonnebloempitten). Onverzadigd vet poep je sneller uit, maar zijn wel de vetten die we nodig hebben om ons lichaa m op te bouwen en gezond te houden.
Trans = Extra slecht (zit in koekjes, bakvet, frituurvet, kroketten en in zuivel). Transvet heeft een rare vorm, waardoor je lichaam er niet echt iets mee kan. Transvet is een groot gedraaid molecuul die kan blijven plakken in je aderen, waardoor je aderen verstopt raken. Natuurlijk gebeurd dit niet meteen een kroketje eet.
LET OP: De meeste Nederlanders denken dat ze wel prima zitten qua vet in hun eten. Er zit meer verzadigd vet in je eten dan je denkt. Zorg voor een goede balans tussen verzadigd en onverzadigd!