Investeren - Leerdoelen
Deze opdracht behoort tot concept E: Ruilen over tijd.
Na het maken van de opdracht kun je:
- een definitie geven van investeren.
- (met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen vaste kapitaalgoederen en vlottende kapitaalgoederen.
- (met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen.
- (met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen netto-investeringen en bruto-investeringen.
- (met behulp van voorbeelden) het verschil aangeven tussen breedte-investeringen en diepte-investeringen.
- omschrijven wat wordt bedoeld met afschrijving.
- een balans van een onderneming lezen.
Kernbegrippen:
- investeren
- vaste kapitaalgoederen en vlottende kapitaalgoederen
- uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen
- breedte-investeringen en diepte-investeringen
- afschrijving.