Werkwoorden zijn woorden die een actie uitdrukken. Ze geven aan welke handeling er in de zin centraal staat. Aan het werkwoord kun je zien in welke tijd de zin staat. In de zin " Ik loop over straat." staat de handeling lopen centraal en het gebeurt op dit moment, in de tegenwoordige tijd dus. "Hij fietste naar school." Hier staat de handeling fietsen centraal en je weet dat het al gebeurd is, het is de verleden tijd.
Er zijn drie verschillende soorten werkwoorden.
Leer meer over deze drie soorten werkwoorden door het volgende filmpje goed te bekijken!
werkwoorden https://youtu.be/5QpRXT6xELs
Om te kijken of je het hebt begrepen, is het belangrijk om weer even te oefenen.