Naam: Diamantvink
Wetenschappelijke naam: Emblema guttata
Uiterlijke beschrijving: De diamantvink is een forse australische prachtvink die een zwaar en geblokt uiterlijk heeft. Verder opvallend aan deze vogel is zijn rode snavel en stuit, de zwarte oogteugel en zijn zwarte borstrand die overloopt naar de zwarte met witte “diamanten” ingelegde flanken.
Herkomst, biotoop en habitat: Deze vogel heeft zijn verspreidingsgebied in Zuid-Oost Australië.
Hier komt hij voor in een groot deel van New South Wales en delen van Zuid-Australië. Hier zijn ze vooral te vinden in de zogenaamde “woodlands”. Dit zijn gebieden die zich kenmerken door enkele bomen (vooral ecalyptus bomen) met daartussen grasvlaktes en laaggroeiend struikgewas. Je treft ze soms ook wel aan in aangelegde parken en tuinen.
Samenlevingsvorm: Leven voornamelijk in groepen met tientallen andere vogelsoorten. Deze groepjes vallen in het kweekseizoen uiteen en vormen dan kleinere groepjes.
Voeding: Diamantvinken eten net als andere Australische prachtvinken in de basis een goede mengeling voor tropische vogels of volièrevogels. Dit word aangevuld met een kleine hoeveelheid groenvoer. Daarnaast dient u een kleine hoeveelheid eivoer te verstrekken om te voorzien in de behoefte naar eiwitten. U kunt dit verstrekken in de vorm van meelwormen, pinkies, buffalowormen of miereneitjes. Deze worden ook aan de jongen gevoerd, voor een succesvolle kweek is dit noodzakelijke voeding.
Uiterlijk met geslachtsbepaling en foto van mannelijk en vrouwelijk dier:

Het geslachtsonderscheid bij de diamantvink is voor de beginnende liefhebber vrij lastig. Net als de andere Australische prachtvinken zingt alleen het mannetje om het vrouwtje het hof te maken. Er word vernomen dat de diamantvink pop in de broedtijd een donkerdere rode snavel heeft, maar in het wild worden zowel oranje als rood gekleurde snavels gespot. De zang van de man blijft doorslaggevend.
Huisvesting: Gezelschap volière met meerdere soortgenoten en andere vogels. Volière moet voorzien worden van tocht en vorst vrij nachthok, zodat de vogels zich hier kunnen terugtrekken. Zitstokken in verschillende diktes en hoogtes. Water en voerbakjes. De Diamantvink neemt graag een bad om zich lekker te kunnen wassen. Een bad in de volière van deze vogel is dus erg aan te raden voor deze vogel.
Voortplanting: Het popje legt over het algemeen 4 tot 6 eitjes. Deze worden door beide ouders afzonderlijk uitgebroed. Na circa 12 tot 14 dagen komen de jongen uit het ei gekropen, het is dan belangrijk voldoende levend voer te verstrekken om een goede opvoeding van de jongen te garanderen. Als de jongen 3 tot 4 weken oud zijn verlaten zij het nest. Ze worden dan nog enkele weken door het mannetje gevoerd, maar zullen daarna zelfstandig gaan eten. Op een leeftijd van ongeveer 6 weken zijn de jonge diamantvinken volledig zelfstandig en kunnen zij weg gehaald worden bij de ouders.