Perzikkoppapegaai (Agapornis roseicollie)

'Agapornis roseicollis'

~Perzikkopdwergpapegaai~

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Herkomst

Deze dwergpapegaai woont in droog, open land in Zuidwest-Afrika. Het bereik strekt zich uit van het zuidwesten van Angola over het grootste deel van Namibië tot de vallei van de Oranjerivier in het noordwesten van Zuid-Afrika. Ze leven tot 1600 meter boven zeeniveau in breedbladige bossen, semi-woestijnachtige en bergachtige gebieden. Ze zijn afhankelijk van de aanwezigheid van waterbronnen en verzamelen zich rond poelen om van te drinken.

 

Uiterlijke kenmerken

De vogel is 15 tot 18 cm lang en weegt 43 tot 63 gram. Het is de grootste van de dwergpapegaaien. De vogel is overwegend bleek tot grasgroen, van onder lichter dan van boven. De stuit is helderblauw en het "gezicht" en de borst zijn perzikkleurig roze en de kruin is roodachtig. De snavel is dofgeel en deze dwergpapegaai heeft een lichte, vleeskleurige oogring.

 

Kenmerkend gedrag

Agapornis roseicollis is een zeer sociale vogel. Ze trekken vaak rond met groepen van ten minste 5 vogels, met typische groepsgroottes variërend tussen 5 en 20 vogels. Soms, meestal wanneer graszaden rijpen in hun natuurlijke omgeving, zijn groepen van 100 vogels niet ongewoon om aan te treffen.

 

Voedsel in de natuur

Het dieet bestaat voornamelijk uit zaden en bessen. Wanneer voedsel overvloedig aanwezig is, kunnen er groepen van honderden vogels aangetrokken worden tot een gebied. Het kan soms een plaag zijn in landbouwgebieden, sinds ze zich voeden met zaden van gierst.

 

Geslachtskenmerken

Dwergpapegaaien zijn monomorf, wat betekent dat het mannetje en het vrouwtje van de soort op elkaar lijken.

 

Huisvesting

De afmeting van een volière is variabel maar liefst zo groot mogelijk: voor een koppel is de minimale afmeting zo’n 1,2 x 0,8 x 1,8 meter met een binnenverblijf van tenminste 1 bij 0,8 meter hoog. Voor een grotere groep moeten de afmetingen uiteraard aangepast worden; ga per extra paartje uit van 50% meer oppervlakte.

 

 

Voortplanting

Het nest wordt gebouwd in een rotsspleten. Kunstmatige structuren zoals de daken van huizen kunnen ook worden gebruikt. Er worden 4 tot 6 eieren gelegd tussen februari en april. Ze zijn wit en zijn zo'n 23,5 mm bij 17,3 mm. Ze worden ongeveer 23 dagen lang uitgebroed. De jonge vogels vliegen na 43 dagen het nest uit.

 

Verzorging

Dagelijkse verzorging: schoon drinkwater, schoon badwater en elke dag voor het voeren de zaaddopjes uit het voer blazen en het voer bijvullen. Ook dagelijks bij het voeren de dieren observeren op afwijkend gedrag.

Periodieke verzorging: minstens wekelijks de bodem van de kooi schoonmaken. En er moet ook wekelijks een vogel gepakt worden om van dichtbij te kijken of deze een aandoening heeft, zoals luizen of kale plekken of te dik/te dun is. Wanneer de vogel gecheckt wordt moet er ook gelet worden op de nagels. Deze slijten bij een juiste huisvesting vaak zelf, maar eventueel moeten de nagels geknipt worden. Dit moet dan maandelijks.