Goudvink

Goudvink

 

 

 

 

 

 

 

 

Orde: Passeriformes (zangvogels)

Nederlandse naam: Goudvink

Wetenschappelijke naam: Pyrrhula pyrrhula

Uiterlijke kenmerken: Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden aan zijn felgekleurde rozerode onderzijde. Deze is bij het vrouwtje aanzienlijk valer gekleurd.

Herkomst: Europa en de gematigde delen van Azië

Biotoop/ Habitat: De goudvink broedt in gemengde bossen en parken, mits er genoeg coniferen zijn. Gedurende de rest van het jaar komt hij voor in allerlei typen habitats met dichte ondergroei, zoals struiken en jonge (naald)bomen.

Samenlevingsvorm: De vogels vormen gewoonlijk in de herfst al broedkoppels en blijven dan tot het einde van de broedperiode bij elkaar.

Voedsel van Nature: een volwassen goudvink eet vooral plantaardig voedsel hij lijkt een voorkeur te hebben voor knoppen van pruimenbomen en esdoorns en de zaden van esdoorn en brandnetels.[2] In het najaar eet de goudvink vooral veel bessen, zoals lijsterbessen en bramen. bessen.

Huisvesting: Goudvinken kunnen zowel buiten in een volière gehouden worden met een goede beplanting, als in een kamer volière en een ruime broedkooi kan ook voldoen.

Voortplanting: De broedperiode loopt van april tot juli, waarin doorgaans twee broedsels worden grootgebracht.

Kenmerkend gedrag: In België en Nederland is het een vrij algemene standvogel.

Dagelijkse verzorging: voer en water geven en verversen

Periodieke verzorging: het hok verschonen en schoon maken, nagels knippen

 

 

 

 

Links vrouwtje

Rechts mannetje