-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
'Trichoglossus moluccanus'
~Lori van de Blauwe Bergen~
Herkomst
Ze komen veel voor langs de oostkust, van Noord-Queensland tot Zuid-Australië. Het leefgebied is regenwoud, kuststruiken en bosgebieden. Ook komen er Lori's voor op Tasmanië.
Uiterlijke kenmerken
De lori van de Blauwe Bergen is een opvallend fraai gekleurde vogel. De kop is felblauw met een oranjeachtige snavelkleur. De borst is egaal oranje (zonder streping) en de buik is blauw. De rug is groen en over de achterkant van de kop loopt een geelgroene band. Lori's van de Blauwe Bergen worden ongeveer 30 cm groot en hebben een ringmaat van 7mm.
Kenmerkend gedrag
Lori van de Blauwe Bergen reizen vaak in paren samen en reageren af en toe op oproepen om als een kudde te vliegen en verspreiden zich vervolgens weer in paren. Koppels verdedigen hun voedsel- en nestgebieden agressief tegen andere Lori's en andere vogelsoorten.
Voedsel in de natuur
Als alle soorten lori's bestaat het voedsel uit nectar en stuifmeel van inheemse planten en bomen. Daarnaast bestaat het voedsel ook uit fruit en zaden, vaak van planten van uitheemse oorsprong zoals het zaad van sorgosoorten.
Geslachtskenmerken
Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje is in de hand niet te zien.
Huisvesting
Lori’s van de blauwe bergen kunnen in een papegaaienkooi in huis gehouden worden, mits ze voldoende speelmateriaal hebben. Lori’s houden niet echt van vliegen, maar ze houden wel van klimmen. Het is daarom dus belangrijk dat ze ook genoeg speelgoed hebben. Dit kan in vorm van bomen of struiken, maar het speelgoed kan ook in de dierenwinkel gekocht worden.
Voortplanting
Een nest bestaat vaak tussen de één en drie eieren, die ongeveer 25 dagen nodig hebben om uitgebroed te worden. Het uitbroeden wordt alleen door het vrouwtje uitgevoerd.
Verzorging
Dagelijkse verzorging: schoon drinkwater, schoon badwater en elke dag voor het voeren de zaaddopjes uit het voer blazen en het voer bijvullen. Ook dagelijks bij het voeren de dieren observeren op afwijkend gedrag.
Periodieke verzorging: minstens wekelijks de bodem van de kooi schoonmaken. En er moet ook wekelijks een vogel gepakt worden om van dichtbij te kijken of deze een aandoening heeft, zoals luizen of kale plekken of te dik/te dun is. Wanneer de vogel gecheckt wordt moet er ook gelet worden op de nagels. Deze slijten bij een juiste huisvesting vaak zelf, maar eventueel moeten de nagels geknipt worden. Dit moet dan maandelijks.
