4.1 Knobbelzwaan

Knobbelzwaan

Uiterlijke beschrijving;

Hij is 140 tot 160 cm groot. Met zijn lange nek kan hij ver onder water reiken. De knobbelzwaan is wit en heeft een oranjerode snavel. De kop en hals hebben een lichtgele schijn. De onbevederde huid aan de snavelwortel en om het oog, onder de voorhoofdsknobbel, is zwart. De ruglijn is sterk gebogen. De hals wordt bijna altijd in een sierlijke S-vorm gehouden.

Herkomst, habitat, biotoop;

In vele soorten open zoet, niet te diep water. Heeft graag weilanden in nabijheid om te grazen. In veel landen geïntroduceerd. Standvogel, maar in sommige gebieden gedeeltelijk trekvogel en vormt dan elders groepen.

Samenlevingsvorm;

Vaak wordt gezegd dat zwanen paartjes zijn voor het leven. Niets is minder waar. Sommige zwanen hebben zelfs vier verschillende partners of gaan zelfs “scheiden” van hun partner om met een ander verder te gaan.

Voedsel in de natuur;

Het voedsel van de knobbelzwaan bestaat hoofdzakelijk uit waterplanten. Ook graast hij op weiden. De knobbelzwaan duikt nooit zo diep dat hij volledig onder water gaat (grondelen). De brede snavel komt van pas om waterplanten gemakkelijk af te breken.

Huisvesting;

De omheining voor het verblijf van knobbelzwanen dient ten minste een meter hoog te zijn. Beter kan de omheining twee meter hoog zijn.

Voortplanting;

In maart begint het vrouwtje met het maken van een nest. Het nest bestaat uit plantaardig materiaal en wordt ongeveer een vierkante meter groot. Zwanen houden van overzicht tijdens het broeden, dus het nest wordt op een open plaats gebouwd.

Een voltallig legsel bestaat uit 4 tot 12 grijsgroene eieren. Na 35 dagen broeden komen de eieren uit.

Kenmerkend gedrag;

De knobbelzwaan maakt gorgelende en blazende geluiden, al zijn die niet vaak te horen. In de vlucht maken de vleugels een laag, zingend geluid dat wordt veroorzaakt door de wind die erlangs strijkt. Ze zijn agressief tegenover alle soorten watervogels, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de kleinere soorten.

 

Dagelijkse en periodieke verzorging;

De eenden hebben niet veel verzorging nodig. Ze hebben wel genoeg zwemruimte nodig en nestgelegenheid.

Links: Het vrouwtje is kleiner en de snavel is lichter.

Recht: De knobbel van het mannetje is groter en duidelijker. Het mannetje is groter en zijn snavel is donkerder van kleur.