Goudfazant
Chrysolophus pictus
![]() |

Haan Hen
Uiterlijke kenmerken:
Het mannetje is 90-105 cm lang. De staart is ongeveer twee derde van de totale lengte. Het mannetje heeft zijn kan goudgeel en een goudgele tot gele onderrug. De haan heeft een goudkleurige kop en een donkergroene, met zwart afgezette kraag en lange, goudkleurige, met zwart omzoomde nekveren. De buikzijde en de dijen hebben een rode kleur. De binnenste handpennen zijn donkerblauw, de buitenste bruin met zwarte strepen. De geelbruine staart is getekend met onregelmatige zwarte vlekken.
De hen is minder opvallend en lijkt een beetje op het vrouwtje van de gewone fazant, zij het dat ze iets donkerder en slanker is en wat hoger op de poten staat. Ze heeft ook een vrij lange staart.
Herkomst, biotoop en habitat;
Ze leven op de grond in de bosrijke berggebieden van West-China.
Samenlevingsvorm:
Paren of kleinere groepen. Liefst maar 1 haan per volière
Voedsel in natuur;
Granen, bladeren en ongewervelden.
Huisvesting;
Bij voorkeur volière van minimaal 8 m2 en 2m hoog, waarin één haan met één of twee hennen kan worden gehouden. Met overdekte schuilgelegenheid tegen weersinvloeden.
Voortplanting;
Grondbroeder, nest in kuiltje in de bodem.
Legsel: 5 – 12 eieren, afgeronde vorm en licht bleekgeel van kleur.
Broedduur: 22 dagen, alleen de hen broedt en brengt de jongen groot.
Zijn nestvlieders en kunnen onder de warmtelamp grootgebracht worden apart van het moederdier. Uitvliegen: 2 weken
Gedrag;
Ze overnachten meestal op een vaste plek op een tak op 3,5 m hoogte. In het broedseizoen maakt het mannetje een metaalachtig geluid.
Goudfazanten zijn in het paarseizoen monogaam en daarbuiten leven ze in paren of in kleine groepjes van maximaal drie vogels. Jonge mannetjes zoeken in de wintermaanden ervoor vaak gezelschap op van oudere mannetjes.
Dagelijkse en periodieke verzorging;
Dagelijks; Water verversen, voeren.
Periodiek; Gezondheidscheck, schoonmaken.