'Agapornis personatus'
~Zwartmasker Dwergpapegaai~
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Herkomst
Het leefgebied van deze dwergpapegaai bevindt zich in het noorden en midden van Tanzania, zo'n 80 kilometer van het Victoriameer (het grootste meer van Afrika). Het woongebied is savanne of dor grasland met bomen en struiken net als Fischers agapornis
Uiterlijke kenmerken
De zwartmaskeragapornis is overwegend groen gekleurd waarbij de vleugeldekveren een nuance donkerder zijn dan de rest van het lichaam. Verder heeft deze vogel een pikzwarte kop, een dieprode snavel en een gele borst- en nekband. De poten zijn grijs en de kleur van de nagels varieert van zwart tot lichtgrijs. Daarnaast bestaan er door voortdurende kunstmatige selectie een groot aantal kleurvormen die als kooivogel worden gehouden.
Kenmerkend gedrag
Ze zijn erg sociaal. Ze trekken vaak rond met groepen van ten minste 5 vogels, met typische groepsgroottes variërend tussen 5 en 20 vogels. Eenmaal gevormde paren blijven elkaar doorgaans trouw. Hoewel ze nogal beminnelijke vogels zijn, kunnen ze agressief worden tegen onbekende vogels of rivalen in het wild.
Voedsel in de natuur
Het voedsel bestaat voornamelijk uit graszaden en bessen die ter plaatse te vinden zijn.
Geslachtskenmerken
Dwergpapegaaien zijn monomorf, wat betekent dat het mannetje en het vrouwtje van de soort op elkaar lijken.
Huisvesting
De afmeting van een volière is variabel maar liefst zo groot mogelijk: voor een koppel is de minimale afmeting zo’n 1,2 x 0,8 x 1,8 meter met een binnenverblijf van tenminste 1 bij 0,8 meter hoog. Voor een grotere groep moeten de afmetingen uiteraard aangepast worden; ga per extra paartje uit van 50% meer oppervlakte.
Voortplanting
Deze dwergpapegaai brengt nestmateriaal in zijn bek naar een boomholte voor hun nest. De eieren zijn wit en er zitten meestal vier tot vijf in een nest. Het vrouwtje broedt de eieren ongeveer 23 dagen uit en de kuikens verlaten het nest ongeveer 42 dagen na het uitkomen.
Verzorging
Dagelijkse verzorging: schoon drinkwater, schoon badwater en elke dag voor het voeren de zaaddopjes uit het voer blazen en het voer bijvullen. Ook dagelijks bij het voeren de dieren observeren op afwijkend gedrag.
Periodieke verzorging: minstens wekelijks de bodem van de kooi schoonmaken. En er moet ook wekelijks een vogel gepakt worden om van dichtbij te kijken of deze een aandoening heeft, zoals luizen of kale plekken of te dik/te dun is. Wanneer de vogel gecheckt wordt moet er ook gelet worden op de nagels. Deze slijten bij een juiste huisvesting vaak zelf, maar eventueel moeten de nagels geknipt worden. Dit moet dan maandelijks.