Bandvink

Naam: Bandvink

 

Wetenschappelijk naam: Amadina fasciata

 

Uiterlijke beschrijving: De bandvink is 11 tot 12 cm lang van kop tot staartpuntje. De kop en de nek zijn lichtbruin gestreept; bovenzijde bruin, donkerbruin gestreept; de staart is donkerbruin met wit; de vleugels zijn dofbruin zwart en roodbruin getekend. De wangen en de ogen, keel en kin zijn wit. Van hals naar keel heeft de bandvink een karmijnrode band, daaronder geelbruin, van af de borst is hij iets gestreept. Het vrouwtje is minder gestreept dan het mannetje en mist de rode band.

 

Herkomst, biotoop en habitat: Het is een vogel die leeft op de savannegebieden in Afrika. Dus in droge terreinen met verspreid staande grote bomen. De vogel wordt vaak waargenomen zittend in hoge kale takken. In de droge tijd komen deze vinken vaak in groepjes voor samen met andere vinkachtigen. Ze vormen soms kleine zwermen bij waterlopen.

 

Samenlevingsvorm: kunnen goed in een gezelschap volière gehouden worden. Ze kunnen goed samen gehouden worden met andere Afrikaanse en Australische vinken. Alleen tijdens de kweekperiode kan de bandvink wel lastig zijn. Ze hebben de neiging om nestmateriaal van andere vogels te stelen

 

Voeding: Bandvinken eten over het algemeen gewoon mee met het voer van de andere vogels, zolang het maar zaden zijn. Groenvoer vinden ze ook erg lekker, net als trosgierst. Ook willen de vogels graag grit en maagkiezel in hun volière te hebben, zodat ze dit op elk gewenst moment kunnen opeten. Eigenlijk is de voeding van de bandvink gelijk aan de voeding van het goudbuikje.

 

Uiterlijk met geslachtsbepaling en foto van mannelijk en vrouwelijk dier:

 

Afbeeldingsresultaat voor bandvink

 

Links = Pop

Rechts = Mannetje

 

 

 

 

 

 

 

 

Huisvesting: Gezelschap volière met meerdere soortgenoten en andere vogels. Volière moet voorzien worden van tocht en vorst vrij nachthok, zodat de vogels zich hier kunnen terugtrekken. Zitstokken in verschillende diktes en hoogtes. Water en voerbakjes. Eventueel een bad waar ze zich in kunnen wassen.

 

 

Voortplanting: Het popje legt 4 tot 6 eitjes welke door beide geslachten uitgebroed zullen worden, de broedduur bedraagt circa 12 tot 14 dagen. De jongen zijn na uitkomen circa een maand in het nest waarna zij uitvliegen. Na ongeveer 2 weken uitgevlogen te zijn zullen de jongen zelfstandig gaan eten.