Roelroel
Rollulus rouloul
![]() |

Haan Hen
Uiterlijke beschrijving;
Het mannetje bezit een kastanjebruine, waaiervormige kuif. De bovenzijde van het verenkleed is blauwgrijs, de onderzijde is zwart. De kop en hals zijn blauwzwart. Rond de ogen en aan de snavelbasis bevindt zich een kale ring, waardoor de rode huid zichtbaar is. Het vrouwtje heeft een lichtgroen verenkleed met bruine vleugels en een donkere kop zonder kuif.
Herkomst, biotoop en habitat;
Deze soort komt voor op de eilanden Borneo en Sumatra en het schiereiland Malakka (West-Maleisië, Thailand en Myanmar), waar hij zich in dichtbeboste streken ophoudt.
Samenlevingsvorm;
Roelroels leven in kleine groepjes, waarin zich paren vormen die elkaar doorgaans een leven lang trouw blijven.
Voedsel in de natuur;
Hij voedt zich onder meer met allerlei zaden, besjes, insecten en wormen, die hij op de grond bij elkaar scharrelt.
Huisvesting;
Bodemoppervlak van één m2. Het liefst in de winter verwarmt.
Voortplanting;
Legsel; 5 tot 6 eieren.
Broedduur; 18 tot 19 dagen.
Zijn nestvlieders en kunnen onder de warmtelamp grootgebracht worden apart van het moederdier.
Kenmerkend gedrag;
Roelroels zijn over het algemeen rustige vogels, mits ze niet alleen gehouden worden, dan kunnen ze een indringend geluid laten horen.
Dagelijkse en periodieke verzorging;
Dagelijks; Water verversen, voeren.
Periodiek; Gezondheidscheck, schoonmaken.