
Pagodespreeuw
Orde: Passeriformes (zangvogels)
Nederlandse naam: Pagodespreeuw
Wetenschappelijke naam: Sturnia pagodarum
Uiterlijke kenmerken: het is een roomkleurig tot oranje gekleurde spreeuw met zwart op de kop en een kuifje. De snavel is geel, aan de basis blauw. Rond het oog is een smalle ring van naakte huid die ook blauwachtig van kleur is.
Herkomst: rond tempels in Zuid-India
Biotoop: De Pagodespreeuw leeft gewoonlijk in cultuur - en landbouwgebied
Habitat: tuinen en parken en bij de huizen
Samenlevingsvorm: kleine groepjes van 6 tot 12
Voedsel van Nature: insecten zoals sprinkhanen en aardwormen genuttigd, vooral in de broedtijd, omdat de jongen voornamelijk met insecten en spinnetjes worden grootgebracht
Uiterlijk met geslachtsbepaling: De kuif is bij het mannetje opvallender dan bij het vrouwtje.
Huisvesting: Volières van 2,5 meter lang x 1,5 meter breed x 2,10 m hoog. Deze waren niet begroeid en op de bodem werden houtsnippers gestrooid.
Voortplanting: De vogel broedt in Nepal en India en komt in Sri Lanka voor als wintergast.
Kenmerkend gedrag: er is voor de rest weinig kenmerkends bekent van deze vogel
Dagelijkse verzorging: voer en water geven en verversen
Periodieke verzorging: het hok verschonen en schoon maken, nagels knippen