Problemen van het Duitse offensief in de Sovjet-Unie.

Hitler had in zijn arrogantie het Rode Leger onderschat, vooral in het feit hoeveel Stalin bereid was op te offeren.

De Duitsers bleven te lang in Rusland vechten, waardoor de winter in begon te komen. De Duitsers moesten nu vechten in de ijskou, waar zij niet op gekleed waren. Toch weigerde Hitler zijn legers terug te laten trekken, ondanks de adviezen van zijn generaals:

"Mijn Führer, de ledematen van de soldaten vriezen af en we moeten de lijken van paarden gebruiken om de weg door de sneeuwstorm heen te vinden.."

Toch was de kou niet het enige voordeel voor de Russen. Geografisch waren ze ook in het voordeel. Ze kenden het gebied veel beter dan hun vijand en Rusland is door haar hoge bergen en brede rivieren moeilijk in te nemen, zoals Napoleon eeuwen gelden ook had ondervonden. Ook was het Rode leger het grootste en zwaarst bewapende leger ter wereld. Het had echter, door Stalins slechte voorbereiding, tijd nodig gehad om hun achterstand in te halen, wat het in die winter zou doen. Verder gebruikten de Sovjets de tactiek van de verschroeide aarde: Bij het terugtrekken alles van waarde vernietigen, zodat de vijand het niet kan gebruiken. Elke stad of gebied dat de Duitsers innamen, was een ruïne. De Duitsers moesten zich wel terugtrekken. Zoals de rassenleer (untermenschen) de Duitsers aan het begin van de operatie zelfvertrouwen had gegeven, had het nu hen tot zware verliezen geleid  door dit machtige leger te onderschatten.

 

 

Een bevroren soldaat