In 1831 ging de 22-jarige naturalist Charles Darwin aan boord van de HSM Beagle om een wereldreis te maken.
Tijdens zijn reis stond hij versteld van de grote verscheidenheid aan organismen op de wereld.
Hij verwonderde zich met name over de uiteenlopende aanpassingen van organismen die hen uitermate geschikt maken om in hun omgeving te kunnen overleven.
Als gedreven naturalist zocht hij daar natuurlijk een verklaring voor en gedurende zijn reis dacht hij deze te hebben gevonden.