Formuleer argumenten voor
en tegen (15-25 min.)
Bespreek met de groep dat de ze de volgende vorm kunnen gebruiken bij het invoeren van argumenten: Ja, want [waarde] wordt bevorderd voor [betrokkene] omdat [feit/veronderstelling]. Of: Nee, want [waarde] wordt bedreigd voor [betrokkene] omdat [feit/veronderstelling]. De deelnemers krijgen deze vorm ook voorgeschoteld als ze op een plusje klikken om een argument toe te voegen.
Bespreek dat het bij het argumenteren lastig kan zijn om te weten over welke waarde het nu precies gaat. Soms moet je even wat langer doordenken voor je op de waarde uitkomt. Achter het argument ‘Ja, dat is goed want daardoor leren leerlingen beter’, zit bijvoorbeeld de waarde ‘kwaliteit van onderwijs’.
Bespreek de begeleidende tekst die iedereen bij dit scherm te zien krijgt. Dit helpt elke deelnemer bij het argumenteren.
Denk bij het argumenteren aan het volgende:
- Welke waarde wordt bevorderd of bedreigd en voor wie?
- Wat is de onderbouwing? Op welke feiten of veronderstellingen baseer je je?
- Gebruik het principe van ‘alpartijdigheid’: denk los van je eigen belangen en redeneer vanuit het perspectief van de verschillende betrokkenen.
- Bij notities kun je andere overwegingen of zaken die je wilt uitzoeken noteren.
- Voor meer achtergrond over ethiek kun je het docuemnt Ethische stromingen lezen.
Bekijk eventueel met de groep de notities van stap 4 over de eerste reacties, intuïtieve oordelen of emoties. Vaak gaan daar bepaalde waarden achter schuil. Die kunnen helpen bij het argumenteren.
Geef de groep de tijd zodat iedereen zelfstandig argumenten kan bedenken en invoeren. Natuurlijk kan er ook onderling overlegd worden.
|