Als het goed is, heb je de theorie over het vervoegen van Engelse werkwoorden doorgenomen. Je weet hoe je Engelse werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd moet spellen. Ook weet je waar je op moet letten bij het spellen van een voltooid deelwoord.
Het is nu tijd om te kijken of je het ook echt begrijpt. Maak de onderstaande vier oefeningen om daar achter te komen.
Je hebt nu de bovenstaande oefeningen gemaakt. Het is verstandig om voor jezelf te bepalen hoe die oefeningen gingen. Geef daarom voor jezelf antwoord op de vier vragen in de tabel.
Reflectie 1. Wat ging goed? 2. Wat ging minder goed? 3. Hoe zijn die fouten te verklaren? 4. Wat kan ik doen om de volgende keer het juiste antwoord te geven? |
Hopelijk ben je tot de conclusie gekomen dat je de theorie goed beheerst en dat de oefeningen geen problemen opleveren. In dit geval mag je de toets gaan maken. Die vind je op het volgende tablad.
Echter, het kan ook zijn dat je nog wel moeite hebt met het spellen van Engelse werkwoorden. Dit is geen probleem, maar het is wel nodig dat je de theorie nog een keer doorneemt. Bepaal voor jezelf wel onderdeel of onderdelen niet goed gingen. Als je alleen het voltooid deelwoord niet begrijpt, dan is het bijvoorbeeld niet nodig om ook weer naar de tegenwoordige en verleden tijd te kijken.
Neem de theorie van het vorige tablad (stap 2. nieuwe stof) nog een keer door voordat je aan de toets gaat beginnen.