Casus 1

Een man van 60 jaar met een blanco voorgeschiedenis presenteert zich op de spoedeisende hulp omdat hij plotseling niet meer kan spreken. Op de SEH krijgt hij een gegeneraliseerde tonisch clonische epileptische aanval, hierna is hij enige tijd postictaal onrustig.

Bij neurologisch onderzoek is hij E3M5V2, beweegt hij zijn ledematen symmetrisch, reageert beiderzijds op een pijnprikkel en is verder door de onrust niet goed te beoordelen.

 

Er wordt een CT scan gemaakt vanwege de neurologische uitval (fatische stoornissen) en het insult. Dit is het resultaat:

 

Er is een hypodensiteit zichtbaar temporaal links met massawerking op de linker ventrikel.

 

Er wordt ook een CT-perfusie verricht:

Perfusiestoornis temporaal links.

 

De volgende dag is de man hersteld, er zijn bij neurologisch onderzoek geen afwijkingen. Wel heeft hij die nacht nog een keer een epileptisch insult doorgemaakt. Er wordt gestart met anti-epileptica vanwege het herhaalrisico van een insult bij een structurele afwijking.

Er wordt die week een MRI-scan gemaakt voor het verder onderzoeken van de uitgebreidheid en de aard van de afwijking op de CT.