Voordat je registreert dat je iets ziet, moet er een signaal in de hersenen komen.
In het vorige stukje heb je gelezen over de pupilreflex en accommodatie van de lens. Dit is de eerste stap om te zorgen dat er licht in het oog kan vallen. Licht is nodig om te kunnen zien.
Als er licht door de lens komt, valt dit beeld omgekeerd op je netvlies. In je netvlies zitten zintuigcellen die dit registreren. Er zijn twee soorten zintuigcellen (fotoreceptoren):
- Staafjes (licht)
- Kegeltjes (kleur)
De gele vlek is het gevoeligste deel van het oog, daar zitten voornamelijk kegeltjes. hoe verder je daarvanaf gaat hoe meer staafjes er zitten.
De blinde vlek is een plek op het netvlies waar geen zintuigcellen aanwezig zijn.
Met behulp van een experimentje kan je zelf je blinde vlek bepalen.