Het oog past zich aanpast aan aan de hoeveelheid licht door de pupilreflex
Dat betekent dat:
De iris breder en smaller kan worden, dus de pupil wordt groter of kleiner.
- kleine pupil bij veel licht: er wordt weinig licht doorgelaten in het oog ter bescherming van het netvlies.
- grote pupil bij weinig licht: er moet voldoende licht in het oog komen om te kunnen waarnemen.
Kleine spiertjes in het oog kunnen de ooglens boller of holler maken.
Dit heet accommoderen.
Het zorgt ervoor dat je oog op verschillende afstanden scherp kan zien.
Door aanspanning van de accomodatiespier wordt de lens boller; je stelt scherp op iets dat dichtbij is.
Ontspannen van de accomodatiespier maakt de lens platter, waardoor je in de verte scherp ziet.
Animatie over accommoderen
Klik op deze link om een animatie te zien over accommoderen. Schuif het pijltje naar links en rechts en maak de twee opdrachten die erbij staan.