Je gaat een stripverhaal tekenen over een van de drie volgende personen:
- Christoffel Columbus (BBL KBL)
- Maarten Luther (BBL +0,5)(KBL +0,5)(GL)
- Willem van Oranje (KBL +1) (GL +0,5)
BBL: de docent bespreekt de 4 belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de persoon waarover jij een strip gaat maken.
KBL: de docent bespreekt de 5 belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de persoon waarover je een strip gaat maken.
GL: maakt een strip over de 6 belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de gekozen persoon.
Voor het stripverhaal dat je gaat tekenen krijg je een cijfer.
Titelplaatje
|
1 |
|
De belangrijkste gebeurtenissen zijn verwerkt in de strip. |
6 | |
Tijdbalk met leven van de persoon.
|
1 |
|
Verzorging (netjes, spelling enz.) |
1 |
|
Op tijd
|
1 |
|
|
Cijfer: |
|