1.2.9. De zwarte kant van de Gouden Eeuw

Driehoekshandel

WIC

Naast de VOC was er ook de WIC (West-Indische Compagnie). Zij voerden met hun schepen richting Amerika en haalden daar producten zoals Tabak en Suiker. Voordat deze schepen richting Amerika vertrok, gingen ze eerst richting West-Afrika om daar mensen op te halen. Deze mensen werden tot slaaf gemaakt en meegenomen richting Amerika om daar op de plantages te werken. Deze handel noemen we de driehoekshandel. 

 

Slavenschip

Slavenhandel

In Afrika werden de tot slaaf gemaakte mensen in de schepen gepropt. Er was weinig ruimte en de mensen werden slecht behandeld. Veel mensen stierven al op de reis riching Amerika. Eenmaal aangekomen in Amerika werden ze verhandeld. Voor de WIC was dit punt Curacao. Daar werden alle slaven verhandeld en verkocht aan de hoogste bieder. Hier moesten ze de rest van hun leven werken. Jonge mannen en vrouwen waren prijzig, want ook hun kinderen konden later als slaaf worden gemaakt en op de plantage werken. Ouderen waren zwak en kon je dus voor een kleinere prijs kopen. Mensen werden verhandeld als producten.

Slaven op plantage

Eenmaal op de plantage was het leven zwaar en hard. Slaven die hun werk niet goed deden werden zwaar gestraft voor het oog van de anderen. Gedood werden ze vaak niet, maar zweepslagen of andere martelmethodes kwamen vaak voor. Het was ook gelijk een signaal voor de anderen. Angst was een grote reden om voor veel slaven niet in opstand te komen.

 

Toch was er een groep slaven die het lukte om te vluchtten van de plantage. In Suriname noemen we deze groep Marrons. Zij schuilden en leefden in de regenwoud van Suriname. Soms werden plantages aangevallen door deze Marrons om het leven van de plantagehouders in Suriname het leven lastiger te maken.

Moderne Slavernij