1.2.8. Wat van ver komt...

Tijdens de Gouden Eeuw kwamen verschillende producten uit de hele wereld richting Nederland. Vanuit Azië kwam porselein, maar ook kruiden zoals komijn en nootmuskaat. Vanuit de Westkant kwam tabak en suiker onze kant op. Tijdens de Gouden Eeuw bloeide de economie van Amsterdam en Holland en verdiende ze veel geld aan het verbouwen en verkopen van deze producten.

Geschiedenis van de VOC https://schooltv.nl/item/de-voc-in-indie-het-einde-van-de-specerijenhandel/#q=VOC

Vooral de VOC maakte met de reizen richting Azië veel winst. De producten die in Azië werden gekocht werden tijdens de reis al weer verkocht, om zo weer meer nieuwe producten te halen. Zo kochten ze in China porselein en verkochten dit weer door in andere gebieden. Daardoor konden ze meer specerijen meenemen zoals peper, nootmuskaat en folie. De VOC had de monopolie op de handel in Azië. Hierdoor konden zij alleen daar handelen en vrij producten halen. Er werd met deze reizen heel veel geld verdiend.

Tulpenhandel - Een tulp wordt hier aangeboden voor 5000 gulden.

Tulpenmania

Toch ging het ook niet altijd goed. Tijdens de Gouden Eeuw ontstond er namelijk een Tulpenmania. Mensen vonden de tulpen zo mooi dat ze er alles aan deden om deze te kopen. De prijs van de tulp steeg enorm. Tulpen kregen ineens een enorme waarde, die toen vergelijkbaar was met een grachtenpand. 

 

En ineens verdween ook weer deze gekte. In 1637 bleef een handelaar zitten met een partij tulpen en de prijs stortte ineen. Er was een totale chaos onder de handelaren. Dit wordt dan ook gezien als de eerste echte economische crisis in de wereld.