Praktische gevolgen

Zorg thuis

Als je door een herseninfarct verlamd bent geraakt, dan kan je bij de meeste simpele handelingen tegen problemen aanlopen. Wassen en aankleden, brood smeren, de krant lezen en naar het toilet gaan zijn soms niet meer vanzelfsprekend. Het kan zijn dat je daarbij extra hulp nodig hebt. Het regelen van de zorg thuis is in de praktijk een ingewikkelde taak die overal in Nederland anders geregeld wordt. Vaak komt veel neer op de partner en kinderen, de mantelzorgers. Soms kun je thuiszorg of huishoudelijke hulp krijgen. Een combinatie is mogelijk. De transferverpleegkundige in het ziekenhuis of revalidatiecentrum kan je hierbij adviseren.

Autorijden na een TIA of herseninfarct

Voor het autorijden na een herseninfarct gelden wettelijke regels. Daarnaast krijg je een medische keuring, op basis waarvan de arts beslist of en wanneer je weer mag rijden.In de eerste 2 weken na de uitvalsverschijnselen bij een herseninfarct of TIA mag je niet autorijden. Na deze 2 weken beoordeelt de keurend arts (huisarts of basisarts) of het weer kan. Als het weer kan, dan vult de arts een vragenlijst in. Deze stuur je samen met de ingevulde Eigen Verklaring op naar het CBR. Zijn er na de eerste 2 weken nog beperkingen, dan mag je 3 maanden niet rijden.

Na deze 3 maanden stelt de neuroloog of revalidatiearts een specialistisch rapport op. Als dit positief is, dan mag je weer rijden. Wel moet je een rijtest doen bij het CBR. Als je die haalt geldt de nieuwe rijgeschiktheid voor maximaal 5 jaar. Voor beroepschauffeurs gelden andere regels. Als beroepschauffeur mag je de eerste 4 weken niet rijden. Na 4 weken beoordeelt de keurend arts (huisarts of basisarts) of er nog beperkingen zijn. Zijn die er niet, dan moet je de ingevulde vragenlijst van de arts samen met je Eigen Verklaring opsturen naar het CBR. Op basis hiervan kan je als beroepschauffeur weer een rijbewijs (groep 2) krijgen voor onbepaalde tijd.

Als er na 4 weken nog beperkingen zijn, dan mag je 3 maanden niet rijden. Daarna is een specialistisch rapport vereist van de neuroloog of een revalidatiearts. En kan een rijtest van het CBR nodig zijn voor de beoordeling.

Autorijden na een hersenbloeding

Na een hersenbloeding gelden strenge regels voor autorijden. De neuroloog bekijkt per patiƫnt wat kan. Na een hersenbloeding is elke 3 jaar een herkeuring nodig voor het rijbewijs.

Intimiteit en seksualiteit

Door een beroerte kan ook je relatie en seksleven veranderen. Veel mensen hebben na een beroerte minder zin in intiem contact en gemeenschap dan voor de beroerte. Vaker is er wel behoefte aan intimiteit, maar geen seksuele behoefte. Die behoefte kan terugkomen, maar dit is niet altijd zo. Soms spelen gevoelens van minderwaardigheid, afkeer of tekortschieten een rol. Mannen kunnen door de hersenbeschadiging last hebben van erectie- en zaadlozingsstoornissen.

Ook vrouwen raken soms moeilijker lichamelijk opgewonden. Dat kan leiden tot relatieproblemen. Het is daarom belangrijk dat je intimiteit en seks met elkaar bespreekt en gevoelens met elkaar deelt. Zo kun je je relatie opnieuw vormgeven, met of zonder seksualiteit en met behoud van eigen waardigheid. Je kunt ook je huisarts, neuroloog of de verpleegkundige van de CVA-nazorgpoli om advies vragen.

Reizen en verblijf in de bergen

Na een beroerte is vliegen meestal geen probleem, zolang jouw situatie stabiel is. Vliegen in een sportvliegtuigje op grote hoogte kan problemen geven. Het is raadzaam om met de behandelend arts te overleggen of er beperkingen zijn met betrekking tot reizen.

Een verblijf in de bergen is niet altijd mogelijk. Mensen die een beroerte hebben gehad of een vernauwing van de halsslagader hebben, kunnen beter niet op grote hoogte verblijven vanwege het risico op trombose. Het is verstandig vooraf met de neuroloog te overleggen of er bezwaren zijn.

Duiken na een beroerte kan lang niet altijd. Allereerst moet de beroerte langer dan zes maanden geleden zijn. Ten tweede moet je voldoende kunnen bewegen, zien en denken. Overleg altijd eerst met de huisarts of neuroloog wanneer je wilt gaan duiken. De behandelend artsen kunnen persoonlijke risico's het best inschatten.