Wat is interactie?

Empathie en luisteren

“Ik heb aandacht voor hoe het met andere mensen gaat.”

“Ik laat zien dat ik naar iemand luister door oogcontact te maken en door mijn lichaamstaal.”

“Ik luister om iemand anders te begrijpen, en stel mijn eerste reactie daarom soms uit.”

“Ik heb aandacht voor de gevoelens en gedachten, die achter de woorden van iemand anders kunnen zitten.”

“Ik leef me in iemand anders in, zodat ik de wereld vanuit zijn of haar standpunt kan begrijpen.”

Imiteren

“Ik weet dat ik veel van anderen kan leren door hen na te doen.”

“Ik kijk aandachtig naar de manier waarop iemand anders iets aanpakt.”

“Ik verbeter mijn vaardigheden, manier van denken en strategieën door een ander te observeren en na te doen.”

Samenwerking

“Ik ben me bewust van de manier waarop ik op andere mensen reageer.”

“Ik ga op een goede manier met mijn emoties om, als ik samenwerk met anderen.”

“Ik heb respect voor de manier waarop andere mensen over een onderwerp denken.”

“Ik deel mijn ideeën, gedachten en informatie graag met mijn team.”

“Ik begrijp de basisregels van samenwerken en pas die toe.”

Onderlinge afhankelijkheid

“Ik weet hoeveel interactie mij helpt om goed te kunnen leren.”

“Ik maak overwogen keuzes over wanneer ik alleen leer en wanneer samen.”

“Ook in samenwerking maak ik mijn eigen afweging en kom ik voor mijn eigen standpunt op.”