Flow vinden
“Een onderwerp wat ik interessant vind, kan me helemaal in beslag nemen.”
“Ik vergeet de tijd en de ruimte om me heen als ik me verdiep in een onderwerp.”
“Ik vind het leuk om uitgedaagd te worden in wat ik leer.”
Volharden
“Ik vind het niet erg om af en toe in de leerkuil te zitten.”
“Als ik leer, voel ik me ook wel eens gefrustreerd of verward, en dat hoort erbij.”
“Ik weet dat iets nieuws leren ook een worsteling kan zijn.”
“Ik blijf proberen, ondanks dat ik iets soms moeilijk vind.”
“Ik kan manieren bedenken om toch verder te gaan, als ik even vast zit.”
Hanteren van afleiding
“Ik weet door welke dingen ik makkelijk afgeleid word.”
“Ik weet welke dingen ik kan doen om me minder snel af te laten leiden.”
“Ik weet in welke omgeving ik prettig kan leren.”
“Ik kan mijn taak weer gemakkelijk oppakken, nadat ik ervan afgeleid werd.”
Doorgronden
“Ik weet met welk doel ik een bepaald onderwerp leer of onderzoek.”
“Ik vind het leuk om een onderwerp helemaal uit te diepen.”
“Ik neem de tijd om aan ieder detail van mijn leren aandacht te besteden.”