Geef de hele klas een paar (ongelinieerde) A4'tjes. Laat de leerlingen een tekening maken waarmee ze een breuk, of een breukenopgave kunnen illustreren.
Interview de leerlingen daarna in kleine groepjes om een beeld te krijgen van hun voorstellingen van de breuk of de breukenopgave.
Als je alle leerlingen een andere breuk geeft (of per tweetal) kan er een expositie van worden gemaakt waarbij leerlingen elkaar uitleggen wat de breuken volgens hen betekenen. (Zie Boaler, 2018, hoofdstuk 5.)
Het is ook mogelijk het verhaaltje van de breuken bij de tekening te laten schrijven. Dit geeft wel een extra moeilijkheid aan de opdracht, omdat de leerling het hele verhaal dan helemaal zelf moet doen.