Neem een leeg vel wit papier en leg het liggend voor je, zodat je kunt werken in de breedte van het vlak. Zorg dat het vel groot genoeg is om takken, deeltakken en deeldeeltakken te maken.
Zet het onderwerp van de mindmap - het centrale thema - in het midden van het vel. Een simpel plaatje erbij kan helpen met de creativiteit, focus en het onthouden.
Maak takken vanuit het centrale thema naar de belangrijkste concepten die ermee te maken hebben. Het advies van Tony Buzan is de concepten aan te geven met slechts 1 woord. Dit zorgt ervoor dat je er actief over moet nadenken, wat de impact vergroot. Voor snelheid is een paar meer woorden soms handiger, maar hou het kort.
Maak vanuit deze concepten weer takken naar deelconcepten. Ga zo door tot je de belangrijkste informatie hebt gevangen in de mindmap.
Gebruik kleur om je creativiteit te stimuleren en informatie visueel te categoriseren.
Voeg simpele tekeningen toe voor creativiteit en het beter onthouden. Een beeld zegt meer dan duizend worden. Het hoeft niet mooi te zijn.
Je hoeft niet eerst alle concepten in kaart te hebben of eerst een concept helemaal tot in de diepte uit te werken. Volg de flow van hoe de betreffende informatie of ideeën langskomen en probeer daar de structuur in te ontdekken. Het kan zijn dat je er later achterkomt dat een andere structuur handiger is. Als je digitaal werkt kun je de structuur op zo'n moment aanpassen. Op papier kan het bij grote veranderingen handig zijn een nieuw vel te pakken.