De opkomst en ondergang van Joegoslavië
Joegoslavië ontstaat aan het einde van de Eerste Wereldoorlog.Oostenrijk-Hongarije gesteund door Duitsland, het Ottomaanse Rijk en later ook Bulgarije strijden tegen Servië. Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Rusland kiezen partij voor Servië. In 1918 winnen de partijen die zich bij de Serviërs hebben aangesloten. Ze maken van Oostenrijk-Hongarije twee aparte landen. Ze nemen grote stukken land af van het Ottomaanse Rijk. Dat rijk mag alleen het grootste deel van Klein-Azië houden. Later werd dit Turkije. Servië, Kroatië en Slovenië worden door de overwinnaars opgebouwd en in 1929 omgedoopt tot Joegoslavië. Roemenië krijgt land van Hongarije. Joegoslavië krijgt van Hongarije de gebieden Slovenië, Kroatië en Slavonië (nu deel van Kroatië). Bulgarije moet land afstaan aan de Grieken. |
In de Tweede Wereldoorlog hebben Duitsland, Italië, Bulgarije en Roemenië een verbond gesloten. Kroatië wordt officieel onafhankelijk, maar de Duitsers worden er de baas. De Kroaten helpen de Duitsers met het oppakken en vermoorden van Roma en joden op de Balkan. Joegoslavië weigert bondgenoot te worden van Duitsland en Italië. Hitler tolereert dat niet en valt in 1941 Joegoslavië binnen. In Joegoslavië vechten de Tsjetniks en de partizanen tegen de bezetters. De leider van de partizanen is Josip Broz Tito. In 1944 bezetten troepen van de Sovjetunie de Balkan. Samen met de partizanen verdrijven ze de bezetters uit Joegoslavië.Na de Tweede Wereldoorlog wordt Europa verdeeld. Het oosten komt onder invloed van de Sovjetunie. Alle Oostbloklanden krijgen een communistische regering. De Balkan ligt in de oostelijke zone en Tito wordt de president van Joegoslavië. |
President Tito drukte elke vorm van nationalisme de kop in. Hierdoor weet hij alle bevolkingsgroepen vreedzaam naast elkaar te laten leven. In 1980 overlijdt hij en Tito ’s systeem om te voorkomen dat de verschillende volken elkaar naar de keel vliegen, houdt geen stand.In 1981 groeide een studentendemonstratie in Prishtina uit tot een Kosovaarse demonstratie voor meer autonomie. De economie van Joegoslavië verslechterde in sterk tempo en diverse nationalistische sentimenten spelen op. |
President Slobodan Milošević is begonnen als communistische partijleider van Belgrado. In 1987 klom hij op tot partijleider in Servië en werd boegbeeld van het Servische nationalisme. Twee jaar later, in 1989, werd hij president van Joegoslavië. Milošević gebruikte het nationalisme om de positie van de deelrepubliek Servië te versterken. Hij wilde de Servische gebieden in de andere deelstaten bij Servië trekken en bovendien wilde hij Kosovo weer terug. Hij vindt dat de Albanezen Kosovo uit moeten omdat ze een bedreiging vormen voor de rest van Servië. De andere deelrepublieken verzetten zich hevig tegen Servië, waardoor er na 45 jaar rust op de Balkan een opeenstapeling aan oorlogen volgt:
|
Opdracht
Speel de Quiz. Er zijn in totaal 15 vragen.
Ga net zo lang door tot je alle vragen goed hebt kunnen beantwoorden: