Stap 1

Steeds meer mensen konden een
auto als deze goedkope Renault 4
of 'lelijke eend' kopen.

In de jaren vijftig en zestig hadden mensen in Nederland en andere westerse landen steeds meer geld te besteden. Of anders gezegd: in Nederland en andere westerse landen nam de welvaart in de jaren vijftig en zestig toe. Er ontstond zelfs zoiets als een consumptiemaatschappij.

Die stijging van de welvaart kwam niet uit de lucht vallen. Na de oorlog lag Europa in puin, letterlijk en figuurlijk. De economie was compleet stil komen te liggen en huizen en fabrieken waren op grote schaal vernield. Alles moest worden opgebouwd. In de naoorlogse jaren lag daar ook sterk de nadruk op. Het waren de jaren van de wederopbouw en het harde werken en de grote investeringen op allerlei terrein legden de fundamenten voor een economische bloeiperiode.

Hieronder lees je enkele specifieke aspecten uit de periode na de Tweede Wereldoorlog.

Hieronder lees je enkele specifieke aspecten uit de periode na de Tweede Wereldoorlog.

Sommige landen in Europa waaronder Nederland kregen geld uit dit Amerikaanse hulpprogramma dat van 1947 tot 1952 liep. Met dat geld herstelden deze landen wegen, spoorwegen, fabrieken, enzovoort die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren beschadigd of vernield.

 

Er was na de oorlog tekort aan alles. Fabrieken werden uit de grond gestampt om aan de behoefte aan goederen te voldoen. De industrie groeide sterk. Zware industrie, chemische industrie, consumentenproducten, enz. Naast de industrie groeide ook de dienstensector flink. Daardoor kwamen er zoveel nieuwe banen dat er meer werk was dan mensen. Er ontstond een schaarste op de arbeidsmarkt en dan gaan de lonen omhoog.

 

In Nederland werd in 1968 het minimumloon ingevoerd voor mensen met een baan en een minimumleeftijd van tenminste 15 jaar. Tot je 23e werd het minimumloon elk jaar hoger met je leeftijd. Dankzij de invoering van het minimumloon kregen veel mensen met een baan ineens veel meer loon.

 

Naast het minimumloon werden allerlei sociale voorzieningen en verzekeringen ingevoerd. In westerse landen ontstond langzamerhand een verzorgingsstaat. Dat wil zeggen: de overheid zorgde er met uitkeringen en andere steun steeds meer voor dat iedereen voldoende geld had om rond te komen. Armoede als gevolg van ziekte, arbeidsongeschiktheid of ouderdom werd uitgebannen met ziekengeld, uitkeringen en pensioenen.

Armoede als gevolg van een groot kindertal werd door de Algemene Kinderbijslagwet uit 1963 tegengegaan. Iedereen met kinderen kreeg kinderbijslag, geld om zijn kinderen te onderhouden. Tenslotte kwam er een stelsel van studiefinanciering waardoor meer en meer mensen een opleiding konden volgen. Ook als ze zelf daarvoor geen geld hadden.

 

Bekijk nu het tweede fragment uit 'Andere Tijden special: Welvaart in de jaren zestig'.
 

Dankzij deze ontdekking kon Nederland voor een groot deel in zijn eigen energiebehoefte voorzien. En de vondsten in Groningen konden worden verkocht aan het buitenland. Het leverde de Nederlandse schatkist veel geld op.


Vragen:

  1. Aan welke zaken was het te danken dat de welvaart in Nederland en andere westerse landen steeg?
  2. Wat voor soort bodemschat werd er in Groningen gevonden?