Stap 3: Het schuift en verandert

Schuivende en veranderende landschapzones

Blauwalgen hielpen door fotosynthese
de landmassa's op aarde 400 miljoen
jaar geleden bewoonbaar te maken
voor planten en dieren. Sindsdien
hebben flora en fauna altijd een rol
gespeeld bij het ontstaan van
landschappen en de verandering van
het aanzien van die landschappen.

Hiervoor heb je al kunnen zien dat landschappen zijn veranderd door processen op de schaal van de landschappen zelf en door processen die zich op grotere schaal hebben afgespeeld. Van die grootschalige, soms zelfs wereldwijde processen krijgen onderzoekers een beter beeld door de geologische en paleontologische geschiedenis van ver van elkaar gelegen plekken met elkaar te vergelijken.

Die processen hebben er herhaaldelijk voor gezorgd dat landschapszones zich verplaatsten over het landoppervlak van de aarde en ook groter of kleiner werden. Zo is komen vast te staan dat het park Sonsbeek in Arnhem bepaald niet de enige plek was die periodes met een poolklimaat heeft gekend.

Zoek in de Bosatlas de kaart Europa - Natuurkundig

GB54 Kaart 73A-B, 74 / GB55 Kaart 71A-B, 74J

Niet alleen in het Zuidpoolgebied is steenkool te vinden, maar bijvoorbeeld ook in Noord-Amerika, Europa en Zuidelijk Afrika.

Kijk naar de video: van 3:31 min. tot einde.

De afwisseling van ijstijden en warmere periodes is een voorbeeld van veranderingen in landschappen en landschapszones als gevolg van wereldwijde veranderingen in de geografische factoren klimaat en lucht.
Een ander voorbeeld van wat klimaatverandering doet met landschappen en landschapszones zie je in een fragment van de volgende video: van begin tot 4:06 min. “positive feedback loop.”​

Ozonlaag

De oudste resten van dieren en planten die op land leefden, dateren van 400 miljoen jaar geleden. Voor die tijd was in de dampkring van de aarde de ozonlaag ontstaan, een luchtlaag tussen 15 en 50 kilometer hoogte die veel meer ozon bevat dan de rest van de dampkring.