SCHRIJFOPDRACHT

De inhoud van de schrijfopdracht is gelijk aan die van de spreekopdracht. Het accent in de schrijfopdracht ligt in de beschrijving van je project. Dat zou je thuis al kunnen oefenen, maar de bedoeling is dat we dat op school gaan maken. Wil je het laten controleren stuur deze dan via opdrachten naar je docent.

1. Waarom heb je dit project gekozen? (Warum hast du dieses Projekt gewählt?)

2. Kan je het project beschrijven? (Kannst du das Projekt beschreiben?)

3. Wat vond je het leukste om te doen? (was war am tollsten was du gemacht hast?)

4. Wat zou je de volgende keer anders doen? (was würdest du nächstes mal anders machen?)

5. Welk cijfer zou je je project geven en waarom? (welche Note würdest du verteilen und warum?)