De Italiaanse vijftiende-eeuwse beeldend kunstenaar Filippo Brunelleschi vond het lijnperspectief uit.
Het werken met verdwijnpunten waar alle zichtlijnen samenkomen, werd door hem het eerst toegepast. Het is een goed middel om de driedimensionale ruimte op een plat oppervlak weer te geven. Deze ontdekking had een enorme uitwerking op de schilderkunst, omdat het mogelijk werd om voorwerpen en personen op een tweedimensionaal vlak af te beelden zoals ze in werkelijkheid in de driedimensionale ruimte zijn opgesteld. Hier zie je hoe de zichtlijnen in een verdwijnpunt bij elkaar komen en dat er meerdere verdwijnpunten kunnen zijn.
Hij ontdekte dat Vermeer een eenvoudig lineair perspectief gebruikte, maar (als dat zo uitkwam) zich niet aan de regels voor perspectieftekenen hield. Beantwoord nu eerst de volgende vragen.
Opdracht 1.
Wat wordt er verstaan onder lineair perspectief? Maak zelf een eenvoudige tekening van een kubus of piramide in perspectief en beschrijf hoe je die tekening hebt gemaakt.
Welke kenmerkende eigenschappen heeft een groep zichtlijnen die door hetzelfde verdwijnpunt gaan?
Waarom kunnen er heel veel verdwijnpunten zijn?
Welke betekenis heeft het begrip horizon?
Liggen alle verdwijnpunten op de horizon? Zoek eens op wat in dit verband "kikvorsperspectief" en "vogelvluchtperspectief" betekenen.
Laat met behulp van tekeningen zien, hoe Vermeer soms van het juiste perspectief afweek. Je kunt bijvoorbeeld het plaatje hieronder van het schilderij "Het melkmeisje" downloaden en er het perspectief in onderzoeken.
Probeer ook te verklaren waarom Vermeer soms van de regels van het lijnperspectief afweek.
Opdracht 2.
Omschrijf de manier waarop een perspectieftekening wordt gemaakt.
Teken een voorbeeld waarin je de gebruikte begrippen toelicht.
Laat voorbeelden zien van fouten die Vermeer maakte in het perspectief en die hij slim verdoezelde.
Analyseer twee schilderijen van andere kunstenaars (bijvoorbeeld Saenredam) op dezelfde wijze als met schilderijen van Vermeer.