Stap 3: Bodem beïnvloedt landschap

Aan de bodem herken je het landschap

Wormen die in de bodem leven,
helpen bij het omzetten van resten
van planten en dieren tot humus.

In deze stap gaan we dieper in op een onderdeel van de geografische factor gesteente en reliëf: de bodem. Flora en fauna beïnvloeden de bodem. Planten doen dat door gesteente in de bodem losser te maken en af te breken met hun wortels door chemische en ook mechanische verwering. Wormen en andere kleine dieren die in de bodem leven, maken de bodem eveneens losser waardoor plantenwortels makkelijker in de bodem kunnen doordringen. Sommige planten nemen stikstof op en die stikstof komt op of in de bodem terecht als ze afsterven waardoor de bodem vruchtbaarder wordt. Uitwerpselen van dieren en resten van dode dieren en van levende (bladeren) en dode planten blijven op of in de bodem achter en veranderen in humus of veen als ze maar half worden afgebroken.

Daarnaast vinden twee andere processen plaats in de bodem:

Hoeveel humus de bodem bevat en of er ook veen in zit, hangt dus af van flora en fauna en van andere geografische factoren. Van belang is ook of er sprake is van een groeiseizoen en zo ja, hoe lang dat duurt.