Opdracht 1. werkwoorden vervoegen met een vorm van zijn.
' De meeste werkwoorden worden vervoegd met een vorm van het hulpwerkwoord hebben.
Maar sommige werkwoorden worden vervoegd met een vorm van zijn'.
Maak 5 zinnen in de voltooide tijd waarbij je een vorm van het hulpwerkwoord zijn gebruikt.
aankomen
beginnen
blijven
gaan
komen
meegaan
opstaan
sterven
stoppen
trouwen
vallen verhuizen
verschijnen
vertrekken
vluchten
worden
zijn