Begin met het opstarten van het LabSolution programma op.
Vervolgens kunnen de gaskranen worden geopend en zal er gecontroleerd moeten worden dat de druk op 50 kPa staat.
Vervolgens kunnen de monster worden bereid en klaargemaakt. Zie bovenstaande tabel.
Ga vervolgens naar "Protocol Gaschromatografie'' hierin staat de volledig uitleg voor het gebruik van de GC.
Denk eraan dat de voor- en naspoel solution butanol is en dat deze wordt aangevuld in de daarbij behorende vial. Deze is de meest rechtste vial gelokaliseerd op de tray boven de GC.
Tenslotte kan er op “Quick Batch” worden geklikt en zal de GC gaan draaien.
Gedurende de tijd dat de GC draaiende is kunnen de overige maatkolven worden opgeruimd en de werkplaats worden schoonmaakt. Let op controleer te allen tijde voor het verlaten van de practicumzaal of de FID daadwerkelijk aanstaat!
Protocol Gaschromatografie
Om de correcte methode in te zetten voor dit onderzoek moeten onderstaande stappen worden gevolgd.
Open het LabSolution programma, hiervoor zijn geen inloggegevens nodig.
Klik vervolgens op GC3 Freddy, hiermee zal de GC worden opgestart
Hier zie je het programma waarin je de meetwaardes en procedure gaat vinden/opstellen. Door in de bestaande bestanden te zoeken naar [Voorbeeld Ethanol in Benzine] kan je hieruit het bestaande methode overnemen. (Links van het kop GC(not ready))
Vervolgens selecteer je dus [Woop Woop Gas erop] en nadat je dit bestand hebt geselecteerd kan je een nieuwe folder maken, door [Woop Woop Gas erop] te selecteren neem je namelijk het bestaande protocol over. Hieronder zijn de specificatie weergegeven die je zult moeten gebruiken. Denk eraan dat je foldernaam begint met: JAAR/MAAND/DAG.
Bijvoorbeeld, 20191204 [Bestandsnaam]
Nadat de nieuwe folder is aangemaakt en je de correcte methode [Alcohol] in je folder ziet staan. Vervolgens klik je op het omcirkelde vakje “InstrumentParameterSetting”, hier zul je moeten controleren of alle parameters correct staan. Hier onder staat weergegeven hoe de parameters moeten worden ingesteld.
Nadat alle parameters overeenkomen kun je door gaan naar de “QuickBatch” settings, hierin zal genoteerd worden op welke locatie je vials zitten. Daarmee kan de Gaschromatograaf bepalen waar er geprikt moet worden.
Om te beginnen noteer je bij “Sample Name” de naam die je de reeks wilt geven. Vervolgens kun je bij de vials rechts op het scherm (momenteel aangegeven met een rode pijl) de locatie kiezen door hierop de te klikken. Om nu meer vials toe te voegen klik je op “Add Batch Table” vervolgens springt de locaties automatisch eentje verder en kan je hier ook weer een “Sample Name” aan toevoegen.