Opdracht

Context

De beginnend beroepsbeoefenaar leert vaardigheden voor het veilig aanleggen, beproeven en testen van elektrotechnische of werktuigkundige installaties. Met dit keuzedeel ontwikkelt de beginnend beroepsbeoefenaar vaktaal uit een aanpalend vakgebied, belangrijk voor de samenwerking bij verschillende vakdisciplines.

Opdracht

Door examen te doen in 1 van de keuzedelen toon je op de diploma aan dat je de basisvaardigheden bezit om een elektrotechnische of een werktuigkundige installatie aan te leggen. Je gaat een stukje installatie aanleggen van het ontwerp dat jullie gaan realiseren. Je gaat zelf de examenopdracht bepalen, en laat deze vervolgens ondertekenen door de examinator. De examenopdracht moet bestaan uit de volgende componenten:

Basisvaardigheden Elektrotechnische Installaties geschikt voor niveau 4

Basisvaardigheden Werktuigkundige Installaties geschikt voor niveau 4.

Als de examenopdracht is vastgesteld ga je het examen uitvoeren. Je wordt geobserveerd door de examinator, die kijkt veilig werkt, volgens voorschriften, en volgens tekening en of je vakkundig gereedschappen en materialen hanteerd. Als je klaar bent wordt de aangelegde installatie beoordeeld door de examinator. Daarna volgt een kort eindgesprek waarin er nog wat vragen worden gesteld door de examinator. Je krijgt een beoordelingsformulier met een eindcijfer. Dit eindcijfer wordt vermeld op je diploma.