Uitleg: Lastige werkwoordsvormen
Er zijn werkwoorden die op verschillende manieren geschreven worden en toch hetzelfde klinken:
VB: kosten - kostten, vergoeden - vergoedden, verbrandde - verbrande.
Het gaat steeds om werkwoorden waarbij de ik-vorm in de tegenwoordige tijd op een -d of -t eindigt: kosten - kost; vergoeden - vergoed.
Om de juiste keuze te maken tussen -de(n) en -dde(n) of tussen -te(n) en -tte(n), moet je vaststellen met welke werkwoordsvorm je te maken hebt. Gaat het om een persoonsvorm, een infinitief of een bijvoeglijk naamwoord.
1. De persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) meervoud schrijf je met -den en -ten.
-Behoeden: Ouders behoeden hun kinderen graag voor narigheid.
-Posten: Posten jullie deze brieven vandaag nog?
2. De persoonsvorm verleden tijd (pvvt) schrijf je met -dde(n) of -tte(n):
-Landen: Hoe laat landden die passagiers gisteren op Schiphol?
-Misten: Het mistte vanmorgen in grote delen van het land.
3. Van een infinitief vind je de spelling in het woordenboek.
-Losbarsten: Wanneer zal het feest losbarsten?
-Wedden: Daar gaan we zeker niet om wedden!
LET OP:
Van een voltooid deelwoord (vd) kun je een bijvoeglijk naamwoord (bn) maken. Als het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t, schrijf je het bn zo kort mogelijk, dus met -de of -te.
-vergoeden -> vergoed -> de vergoede schade.
-testen -> getest -> het uitvoerig geteste vuurwerk.
Soms is -dde of -tte nodig voor de uitspraak:
-redden -> gered -> de geredde vluchteling.
-witten -> gewit -> de gewitte muur.
Voor het maken van de persoonsvorm in de verleden tijd als het bijvoeglijk naamwoord gebruik je een vaste regel. Namelijk 't kofschip:
1. Van het hele werkwoord haal je -en eraf.
2. Staat de laatste letter van de stam in 't kofschip?
Ja: pvvt -> -te / bn -> -te (kookte / het gekookte ei
Nee: pvvt - > -de / bn -> -de ( breide / het gebreide vest