Uitleg & Opgaven

Inleiding.

Hoe sneller je fietst, hoe eerder je thuis bent.

Hoe langer een kaars brand, hoe korter de kaars wordt.

Allerlei situaties die je vast wel kent. De ene actie heeft gevolgen voor de uitkomst. Het ene heeft verband met het andere. Wanneer we praten over een verband hebben we het dus over een oorzaak -> gevolg reactie.

 

Deze verbanden hebben te maken met twee variabele. Variabele kun je het beste voorstellen als grootheden en eenheden. Later zeggen we ook wel eens dat variabele de woordjes of letters in je formule zijn. Met deze woordjes of letter bedoelen we altijd grootheden/eenheden.

 

Voorbeeld:
Hoe langer een kaars brand, hoe korter de kaars wordt.

Hier heeft de brandtijd van de kaars iets te maken met de lengte.  De variabele zijn dus de brandtijd en de lengte.

 

Hoe sneller je fietst, hoe eerder je thuis bent.

Hier heeft je snelheid iets te maken met de tijd die je er over doet. De variabele zijn dus snelheid en tijd.


..1.   Hoe-hoe zinnen.

Bij een verband kun je vaak een ‘Hoe-hoe-zin’ maken.

Vul in:

 

..2.   Hoe-hoe zinnen bedenken

Bedenk zelf eens drie hoe-hoe zinnen. Dus:

Hoe later ik op sta, hoe ...

Hoe ..

 

..3.   Variabele in een hoe-hoe zin.

Zinnen zoals hieronder kom je bijna dagelijks tegen.

  1. Hoe meer uur je werkt, hoe meer je verdient.
  2. Hoe langer je slaapt, hoe beter je bent uitgerust.
  3. Hoe langer je fietst, hoe dichter je bij huis komt.
  4. Hoe meer uur je televisie kijkt, hoe minder uur je aan je huiswerk kunt besteden.

Elk van deze zinnen geeft een verband tussen twee variabelen weer.

 

Uitleg.

Regelmaat.

Een eenvoudig te herkennen verband is een verband waarbij we spreken over regelmaat. Regelmaat is een vorm van herhaling. Er gebeurt telkens precies hetzelfde. Bijvoorbeeld

In de kast liggen kaarsen. De kaarsen zijn 32 cm lang. Op de verpakking staat dat elk uur dat een kaars brand deze 4 cm korter wordt.   

De variabele in dit voorbeeld zijn: De lengte van de kaars en de brandtijd

De regelmaat in dit voorbeeld herken je vast snel. Elk uur 4 cm korter. Dit stukje herhaalt zich tot de kaars op is.

En het getal 32? Dat is het begingetal, zo lang was de kaars aan het begin.

 

..4.   Regelmaat in situaties

Noteer van onderstaande situatie telkens de:
Variabele, het begingetal en de regelmaat
Je kunt dit overzichtelijk in een tabel weergeven:

  Variabele begingetal regelmaat
A.      
B.      
...      

 

  1. Je trekt de stop van het bad eruit. In het bad zat 150 liter water. Elke minuut loopt er 50 liter water weg.
  2. Van rotterdam naar groningen is het 250 km rijden. Een auto kan gemiddeld 80 km/u rijden. Hoe lang duurt de reis van rotterdam naar groningen?
  3. Jochem spaart voor een nieuwe spelcomputer. Hij moet nog €70,- bij elkaar sparen, daarom werkt hij in de supermarkt. Per uur verdient hij daar €2,50 mee. Hoeveel uur moet Jochem nu werken om de spelcomputer te kunnen kopen?
    Afbeeldingsresultaat voor container+boxes
  4. In een zeecontainer passen 1500 dozen. Er staan al 600 dozen in. Per uur kan een werknemer 250 dozen in de container zetten. Hoeveel uur moet de werknemer nu werken om de container te vullen?

 

 

Uitleg.

Regelmaat in een tabel.

Regelmaat (herhaling) komt natuurlijk niet alleen voor in de context (in het verhaaltje). Regelmaat kun je ook herkennen in een tabel. Kijk maar eens naar de tabel hieronder.

 

Je kunt de regelmaat gemakkelijk met boogjes laten zien:

 

Je ziet dat wanneer de tijd met één uur toe neemt, de inhoud van de tank met 7 liter afneemt.
Omdat de inhoud steeds minder wordt spreken we hier van regelmatige afname.
Regelmatig omdat er elke stap hetzelfde gebeurt en afname omdat het minder wordt.

Neemt de onderste regel telkens toe (wordt het meer), dan spreken we over toename.

 

 

..5. Regelmaat herkennen 1

HIeronder zie je zes tabellen. Alle tabellen zijn regelmatig.

Geef met boogjes de regelmaat van de tabellen aan. Doe dit op je werkblad.

 

..6.   Regelmaat herkennen 2

Bekijk onderstaande tabellen.
Noteer per tabel of er sprake is van regelmatige toename,  regelmatige afname of dat er geen regelmaat is.

 

 

 

..7.   Regelmatige toe- of afname.

Bekijk de zes tabellen hieronder.

Noteer in je schrift de letters van de tabellen met daarachter of er sprake is van regelmatige toename, regelmatige afname of geen regelmaat

 

Uitleg.

De regelmaat in een tabel contoleren.

Bekijk onderstaand filmpje over regelmaat in tabellen.

In dit filmpje heb je gezien hoe je een tabel op regelmaat kunt controleren.
Neem onderstaande stapjes over in je schrift:

 

Regelmaat in een tabel controleren:

  1. Teken de boogjes bij de tabel.
  2. Zet bij de boogjes wat de toe/afname is.
  3. Maak de deelsom:  

Leer deze stapjes uit het hoofd en oefen met toepassen in de volgende opgaven.

 

..8. Regelmaat controleren

Controleer onderstaande tabellen op regelmaat.

Zet op het werkblad netjes de boogjes bij de tabellen. Schrijf daarna de berekening achter de tabel die je gebruikt hebt op.

 

..9. Controleer de regelmaat in de tabel

Hieronder zie je vier tabbelen.

Controleer de tabellen op regelmaat. Zijn de tabellen regelmatig, vul de tabel dan verder in op het werkblad.

 

 

..10.  

Hieronder zie je vier tabbelen.

Controleer de tabellen op regelmaat. (de tabellen staan ook op het werkblad.)
Noteer de stapgrootte van iedere tabel in je schrift. Zet ook de berekening die je gebruikt hebt in je schrift erbij.

 

..11.  

Hieronder zie je zes tabbelen. (de tabellen staan ook op je werkblad.)

Controleer de tabellen op regelmaat.
Noteer de stapgrootte van iedere tabel in je schrift. Zet ook de berekening die je gebruikt hebt in je schrift erbij.