Oorlogsschade
Hoewel Nederland niet aan de Eerste Wereldoorlog meedeed, heeft het er toch veel mee te maken gehad. Tientallen koopvaardijschepen liepen op een mijn of werden getorpedeerd. Nadat het Duitse Rijk in februari 1917 een onbeperkte duikbootoorlog aankondigde, liepen Nederlandse schepen nog meer risico.
Maar ook op land was Nederland niet vrij van schade. Af en toe vielen er per ongeluk bommen aan de verkeerde kant van de grens. En in 1917 bombardeerden de Britten per ongeluk Zierikzee, dat toch zo’n zestig kilometer van de Belgische grens af ligt.
De grootste schade werd toegebracht aan de economie. De handel met Duitsland was altijd belangrijk voor Nederland en aanvankelijk had de oorlog er geen invloed op. Maar na enige tijd had de oorlog negatieve effecten op de Duitse economie en nam de vraag naar Nederlandse producten af.
Ook Engeland was een belangrijke afzetmarkt (zij het minder belangrijk dan de Duitse), maar de aanvoer uit Nederland naar Engeland stokte door de zeeblokkade en de oorlog op zee.
Nog veel belangrijker was echter het vrachtvervoer van en naar de koloniën. Allerlei materialen uit Nederland konden Nederlands-Indië niet bereiken. En omgekeerd konden de tropische producten uit Nederlands-Indië moeizaam of niet Nederland worden verscheept.
In 1917, na het instellen van de duikbotenoorlog, kreeg Nederland nog veel meer met schaarste te maken.
Vraag:
Waardoor was de oorlogsschade op zee veel groter dan die op land?